| |
| |
| |
Gerbrand Bakker
door Suzanne Fagel
1. Biografie
Gerbrand Bakker (Wieringerwaard, 28 april 1962) groeide op als derde zoon in een Noord-Hollands boerengezin van zeven kinderen. Hij volgde een opleiding tot cultureel jongerenwerker aan de Agogische Academie Friesland (nu Noordelijke Hogeschool Leeuwarden) en studeerde daarna Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1999 debuteerde hij als jeugdboekenschrijver met Perenbomen bloeien wit. Zijn literaire debuut voor volwassenen vond plaats in 2006, toen Boven is het stil verscheen.
Het manuscript van dit boek werd aanvankelijk door diverse uitgevers afgewezen. Dat was de reden dat Bakker in 2003 begon aan de avondopleiding tot hovenier aan de Groene Campus in Alkmaar. In juli 2006 voltooide hij die opleiding en sindsdien is hij als ‘vakbekwaam hovenier’ in te huren voor tuinontwerp en -onderhoud.
Boven is het stil werd buitengewoon goed ontvangen door pers en publiek. Het boek werd bekroond met de Debutantenprijs 2006 en het Gouden Ezelsoor, de prijs van de Grafische Cultuurstichting voor het best verkochte literaire debuut. Het werd tevens genomineerd voor de Anton Wachterprijs 2006, de Selexyz Debuutprijs en de Libris Literatuur Prijs 2007. De omslag van het boek - een heldere blauw-witte wolkenlucht weerspiegeld in water en een kluilje koeien, ontworpen door Marry van Baar - werd door Nederlandse boekverkopers uitgeroepen tot Mooiste Boekomslag van 2006 (Prijs van vaktijdschrift Boekblad en Stichting De Best Verzorgde Boeken). In november 2008 werd het boek bovendien bekroond met de Boekdelenprijs 2008, de
| |
| |
literaire prijs van leesclubs voor het boek dat hun de inspirerendste discussiebijeenkomst heeft opgeleverd.
Boven is het stil mag zich heugen in een grote internationale belangstelling: er verscheen reeds een Engelse, Duitse en Deense vertaling, en de vertaalrechten zijn verkocht aan onder andere Noord-Amerika, Italië, Zuid-Korea en Australië. Toneelgezelschap Het Vervolg bracht in maart 2009 een toneelversie op de planken.
Sinds september 2007 schrijft Bakker wekelijks een column (‘Groen’) in De Groene Amsterdammer, over groenzaken in de breedste zin van het woord. Verder is Bakker al jaren een actief weblogger op www.gerbrandsdingetje.nl. Columns van dit weblog en De Groene werden in 2009 gebundeld in het ‘dierendagboek’ Ezel, schaap en tureluur. Bakkers jeugdboek Perenbomen bloeien wit werd in 2007 heruitgegeven in een editie voor volwassenen. In juni 2009 verscheen Juni, de langverwachte ‘echte’ opvolger van Boven is het stil. Aan dit op een autobiografische gebeurtenis gebaseerde verhaal, dat lange tijd de werktitel Rotjongens droeg, werkte Bakker ruim vijftien jaar.
Bakker beweegt zich zowel op het gebied van de volwassenenals de jeugdliteratuur, niet alleen als schrijver, maar ook als dichter, scenarioschrijver (de VPRO-jeugdserie Ted & Ed) en toneelschrijver (hij schreef een eenakter voor het Kafkafestival 2008). Hij woont en werkt in Amsterdam.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Thematiek
In alle romans van Bakker is de tijd stil blijven staan na een dramatische gebeurtenis in het verleden. Voor de vijfenvijftigjarige boer Helmer van Wonderen, de hoofdpersoon uit Boven is het stil (2006), is dat gebeurd op negentienjarige leeftijd, toen zijn oudere broer Henk overleed na een auto-ongeluk. In Perenbomen bloeien wit (1999) leven de tweeling Kees en Klaas, hun broer Gerson en hun vader Gerard in een staat van verlamming sinds moeder Marian met een nieuwe liefde naar Italië verdween. Het gemis van de moeder is merkbaar, maar de tweeling heeft het al lang afgeleerd om vragen te stellen over haar vertrek of huidige verblijfplaats. In Juni (2009) ten slotte, is de tijd stil blijven staan op 17 juni 1969, de dag dat Koningin Juliana een bezoek brengt aan de Wieringerwaard en het tweejarige dochtertje van de familie Kaan overlijdt door een auto-ongeluk. Nog veertig jaar later bepaalt dit ongeluk het leven van alle familieleden Kaan, ook de jongere generaties.
Het leven van Bakkers hoofdpersonen wordt geregeerd door die allesoverheersende en lamleggende gebeurtenis uit het verleden. Helmer van Wonderen uit Boven is het stil is passief, zonder eigen wil: alsof het een noodzakelijke wet betreft neemt hij op bevel van zijn vader de plaats van zijn broer in op het boerenbedrijf. Helmer leeft lange tijd het leven dat zijn broer geleefd zou moeten hebben - deels uit gehoorzaamheid aan zijn vader, deels uit eerbetoon aan zijn overleden broer. Het gezin in Perenbomen bloeien wit behandelt het vertrek van de moeder als een onveranderlijk gegeven, weet zich geen raad met zijn gevoelens van gemis maar weet de situatie ook niet te veranderen. De jongste zoon Gerson is de enige die nooit ophoudt vragen te stellen over de mogelijke verblijfplaats van zijn moeder. Ook in Juni ondergaan de personages het leven meer dan dat ze handelen. Ze lijken stuurloos en hebben geen doel in hun leven.
| |
Ontwikkeling
De passiviteit overheerst in deze romans, maar Bakkers hoofdpersonen doen - vaak na lang wikken en wegen - voorzichtige of halfslachtige pogingen een uitweg uit de impasse te vinden.
| |
| |
‘Ik heb vader naar boven gedaan’, luidt de eerste - actieve - zin van Boven is het stil. Helmer heeft zijn hulpbehoevende en bedlegerige vader naar de kille bovenverdieping verhuisd en geeft hem een minimale verzorging (‘Na een blik op de wijzerplaat zegt hij: “Ik heb honger.” “Ik heb ook weleens honger,” zeg ik.’). Dit om hem te straffen voor zijn jarenlange autoritaire gedrag. Maar deze bewuste actie betekent allerminst dat Helmer weet hoe hij zijn nieuwe leven wil inrichten. Bij Helmers voorzichtige stappen naar een eigen leven, spelen invloeden van buitenaf (tips van buurvrouw Ada, het contrast met zijn zelfzuchtige jonge knecht Henk) een belangrijke rol. Wanneer hij op eigen houtje beslissingen neemt, zoals de verkoop van drie schapen, gebeurt dit eerder intuïtief dan met een vastomlijnd plan. Toch is Helmer nog de meest actieve en handelende hoofdpersoon in Bakkers werk.
In Perenbomen bloeien wit overheerst dezelfde richtingloosheid en passiviteit als in Boven is het stil. Verandering hierin treedt pas op in het slothoofdstuk. Daar worden de twee structuurelementen van de roman, de blindheid van Gerson na een auto-ongeluk en de afwezigheid van de moeder, met elkaar verbonden. Hoewel dit niet expliciet gezegd wordt, lijkt de dood van Gerson de motor te zijn die de rest van de familie uit de passiviteit haalt: enkele maanden na de begrafenis besluit vader Gerard om in Italië op zoek te gaan naar de afwezige moeder Marian. Dit gebeurt echter pas op de laatste bladzijden: het beschrijven van het onvermogen tot handelen staat in de roman centraal.
Ook in Juni duurt het tot de laatste pagina's voor we een zweem van verlossing bemerken. Vrijwel alle personages, de familie Kaan maar ook de bakker die het ongeluk veroorzaakte, zitten vast in hun leven door het auto-ongeluk van de tweejarige Hanne in 1969. De familierelaties verlopen daardoor stroef. Het boek zit vol stilzwijgende verlangens (de boerderij opdoeken, een hond kopen, een kamer opknappen, een relatie aangaan, weggaan of blijven), maar de personages handelen daar niet of nauwelijks naar. Impliciet suggereert een NS-omroepbericht op de laatste pagina's dat er enige hoop gloort voor een enkel personage: er wordt aangekondigd dat een vertraagde trein eindelijk zal binnenkomen.
| |
| |
De werkelijke chronologie van Bakkers boeken is feitelijk omgekeerd aan hun verschijningsdatum. Aan het manuscript van Juni (dat verscheen in 2009) heeft hij naar eigen zeggen vijftien jaar gewerkt. Het kostte hem blijkbaar veel moeite om het materiaal tot een definitieve roman om te werken - dit in tegenstelling tot de totstandbrenging van Boven is het stil; dat boek schreef Bakker in enkele maanden. In de heruitgave van Perenbomen bloeien wit uit 2007 zijn geen ingrijpende wijzigingen aangebracht ten opzichte van de editie uit 1999. Om die reden moet het boek gezien worden als de voorganger van Boven is het stil.
| |
Thematiek
Bakkers drie romans kennen een grote overeenkomst in onderwerpskeuze en thematiek: het platteland, een auto-ongeluk, de sfeer van passiviteit en gelatenheid, homoseksualiteit, het optreden van broers/tweelingen, een afwezige moeder, het stilzwijgende boerenleven en de aandacht voor de natuur. In Boven is het stil heeft de plattelandstraditie dat een zoon - meestal de oudste - zijn vader opvolgt in het bedrijf een centrale rol. In de nadruk die meermalen gelegd wordt op het feit dat Henk, de jongste in plaats van de eerstgeborene, boer werd, en uit de beschrijving van de rivaliteit in de familieverhoudingen - ‘Henk was vaders jongen, ik was niet moeders jongen.’ - zijn elementen uit het Bijbelse verhaal van Jakob en Esau te herkennen. In de naamgeving van de familie Kaan uit Juni is ook een Bijbelse verwijzing te lezen; de familie is door de dood van Hanne voor het leven getekend. Dat de familie Kaan bestaat uit roodharigen, kan worden opgevat als een zichtbaar kaïnsteken.
In Boven is het stil is bovendien een belangrijke symbolische rol weggelegd voor water: ‘Water is goed, het spoelt van alles weg (vuil, oude huid, jaren), in water ben je zonder gewicht, water maakt roekeloos en leeftijdloos.’ Het watermotief komt voor in de vorm van onder de douche gaan, ijs, verdrinken (net als in Perenbomen bloeien wit) en in het contrast tussen het IJsselmeer ‘waarin de zon nooit onder kan gaan’ en de wijdse zee. In de slotpassage van Boven is het stil loopt Helmer aan de Noorweegse kust tot zijn knieën de zee in en ziet hij eindelijk de zon in het water ondergaan. Het water symboliseert hier een vorm van gevonden vrijheid en in het reine komen met zichzelf.
| |
| |
| |
Techniek
Het vertelperspectief wordt in de boeken van Bakker op verschillende manieren ingezet en ondersteunt de thematiek van eenzaamheid en isolement waarin zijn personages verkeren. Boven is het stil is een ik-verhaal in de tegenwoordige tijd, verteld door de hoofdpersoon Helmer. Er is geen commentaar van buitenaf of achteraf, waardoor de lezer de onzekerheid en voorzichtigheid waarmee Helmer zijn nieuwe leven vormgeeft van dag tot dag meemaakt.
Perenbomen bloeien wit kent opmerkelijke perspectiefkeuzes: we volgen de gedachten van Gerson als hij in coma ligt, krijgen toegang tot de denkwereld van de hond van de familie, en de tweeling Klaas en Kees blikt in de wij-vorm terug op de afgelopen zes maanden. De wij-vorm die ze gebruiken versterkt hun eenheid als tweeling, maar benadrukt ook de afstandelijkheid en ontoegankelijkheid van hun jongere broer Gerson.
Juni wordt gekenmerkt door een veelheid aan perspectieven. De roman is opgebouwd uit een groot aantal korte, ongenummerde hoofdstukken. Het perspectief verspringt in elk nieuw hoofdstuk naar een ander personage, waardoor we de geschiedenis in brokken en vanuit telkens een ander gezichtspunt gepresenteerd krijgen. Zelfs bijfiguren krijgen een perspectief mee. Het boek kent mede hierdoor geen centrale hoofdpersoon: de hele familie Kaan staat centraal.
Juni heeft bovendien een opvallende structuur. De verbindingen tussen de hoofdstukken worden gelegd door kleine voorwerpen of gebeurtenissen die door twee verschillende personen worden waargenomen: een radiobericht, een groene auto, het geluid van een vallende dakpan of een gebarsten raam. Deze structuur-indeling en de veelheid aan perspectieven benadrukken het onvermogen tot communicatie van de beschreven personages.
| |
Stijl
Bakker werkte van 1995 tot 2002 als ondertitelaar van Engelse series en films. Daardoor leerde hij naar eigen zeggen bondig formuleren: ‘Door dat ondertitelen, wat in feite niks anders is als [sic] te veel Engelse tekst terugbrengen tot maximaal twee regels tekst die zeven seconden in beeld mogen, ben ik gaan schrijven zoals ik schrijf. De essentie van iets pakken.’ (Moll 2006) Op een enkele vergelijking na is zijn taalgebruik sober te noemen. Door dit weglaten zijn zijn beschrijvingen gevuld met een grote sug- | |
| |
gestiviteit, die al merkbaar is in de beginzin van Boven is het stil. Ook in de minimale dialogen tussen vader en zoon worden de stille wraakgevoelens en tegenstrijdige emoties die Helmer voor zijn vader voelt mooi gesuggereerd.
Dezelfde stuurse en kortaffe communicatie is aanwezig in de dialogen uit Juni. Door het perspectief bij kinderen te leggen (de vijfjarige Dieke uit Juni, de tweeling Klaas en Kees uit Perenbomen bloeien wit) creëert Bakker de mogelijkheid om de wereld vanuit een naïeve, onbevangen blik te beschrijven, al lukt het hem niet altijd een levensecht kinderperspectief neer te zetten (het taalgebruik van de vijfjarige Dieke is veel te volwassen en de tweeling Klaas en Kees lijkt juist veel jonger dan zeventien). Het Noord-Hollandse boerenland en de rituelen van dier- en natuurverzorging krijgen veel aandacht en dragen in sterke mate bij aan de verstilde sfeer in zijn boeken. Lichamelijkheid speelt eveneens een belangrijke rol: Bakker besteedt veel aandacht aan de fysieke beschrijving van zijn mannelijke hoofdpersonen, zoals de jonge melkrijder en knecht Jaap in Boven is het stil, verpleger Harald in Perenbomen bloeien wit, Johan in Juni, maar ook de verteller in het verhaal ‘Bruiloft zonder bruidspaar’.
Bakker heeft aangegeven dat het hem bij het schrijven niet zozeer gaat om het vertellen van een verhaal, maar om het scheppen van een sfeer (weblog, 22 mei 2009). Dit is in alledrie de romans terug te zien. In Boven is het stil zijn sfeer en verhaal van begin tot eind in evenwicht. De besluiteloosheid van Helmer en de moeizame verhouding met zijn vader komt in het sobere taalgebruik zeer effectief tot uiting en de motieven worden consequent uitgewerkt. In Juni en in mindere mate in Perenbomen bloeien wit overheerst de sfeertekening het verhaal. Bij dat ‘sferische’ hoort ook een terugsnoeien van overbodige elementen: de setting op het platteland, ver van alle stadsgeruis is een bewuste keuze:
Altijd wordt mij gevraagd hoe het nou kwam dat Boven het zo goed deed. Weet ik niet, was mijn antwoord. Nu begin ik een vermoeden te krijgen. Ik heb mijn ader gevonden, en die ader ligt in een overzichtelijke, min of meer door de natuur geregeerde wereld. Een wereld waarin mensen in de winter
| |
| |
knolraap en winterpeen eten en in juni aardbeien. Een normale wereld, niet het volkomen van alles losgezongen leven zoals veel mensen (ik ook, hoor) dat tegenwoordig in een stad leven, (weblog Bakker, 22 mei 2009)
| |
Relatie leven/werk / Visie op de wereld
Gerbrand Bakker is opgegroeid in een Noord-Hollands boerengezin, maar woont sinds zijn achttiende in Amsterdam. Zijn vader en broer runnen het familiebedrijf. Over de details van het boerenleven heeft hij regelmatig met hen overlegd: ‘Ik weet dat een schaap dat op zijn rug ligt dood gaat, maar niet waarom. Mijn broer wel.’ (Rijghard 2006). Hij heeft meermalen moeten uitleggen dat hij nooit zelf bij het redden van een schaap kopje onder is gegaan in een sloot. Bakker heeft wel aangegeven dat aan Juni een gebeurtenis uit zijn jeugd ten grondslag ligt: hij was zeven toen zijn broertje van twee verdronk. Ook zijn oudste zus verloor een kind. Wanneer men een aantal biografische schetsen uit de bundel Ezel, schaap en tureluur naast Juni legt, zijn nog meer verbanden met de werkelijkheid vast te stellen (zoals een vijftigjarig huwelijksfeest, vijf wilgen waarvan er een niet wil groeien omdat er een hond onder begraven ligt en de liefde voor de oude koningin Juliana).
Opvallend is de rol van homoseksualiteit in zijn boeken. Er zijn weinig romans waarin homoseksualiteit op zo'n natuurlijke wijze beschreven wordt. Dit uit zich in de aandacht voor beschrijvingen van het mannelijk lichaam en het motief van de zoen op de mond. Over homoseksuele relaties wordt niet moeilijk gedaan, ze zijn er en ze worden op een vanzelfsprekende wijze beschreven, zonder dat ze van het boek een roman in de categorie ‘homoliteratuur’ maken. Bakker verwijt het recensenten dat ze de homoseksualiteit in zijn boeken als ‘thema’ aanmerken:
Ik doe altijd mijn best, met opzet, om gevoelens van mannen onderling zo organisch mogelijk in een verhaal te weven. Zonder die te problematiseren. [...] Als je van één van beide mannen/jongens een vrouw/meisje maakt, zou nooit iemand het in zijn hoofd halen heteroseksualiteit als thema te benoemen. [...] Blijkbaar is het andersgeaard zijn nog steeds zo iets
| |
| |
speciaals, zelfs als je het niet thematiseert, dat het (hetero?)recensenten aanzet ‘homoseksualiteit’ toch als thema aan te duiden.
(weblog Bakker, 9 juli 2009)
| |
Kunstopvatting
Bakker schrijft voor zowel jeugd als volwassenen. Zelf ziet hij geen scherpe grens tussen deze twee gebieden: ‘Ik heb nooit met opzet voor “de jeugd” geschreven. Ik schrijf wat ik wil of moet schrijven en bij Perenbomen bloeien wit werd dat een jeugdroman, maar dan wel een die momenteel een crossoverboek genoemd zou worden.’ (Moll 2006)
Bakker laat zich nauwelijks expliciet uit over zijn literatuuropvattingen. Hij lijkt uitspraken over zijn visie op schrijven en zijn positie ten opzichte van andere schrijvers bewust te vermijden. Op zijn weblog profileert hij zich liever als hovenier en dierenbeschrijver dan als schrijver in een literaire traditie, al zijn er wel berichten te vinden over de voorlees- en andere literaire avonden waar hij optreedt. Hij neemt daarin een afstandelijke houding in ten opzichte van zijn lezerspubliek (dat zijn werk vaak autobiografisch wil interpreteren) en zijn critici.
Bakkers literatuuropvatting blijkt impliciet uit een enkel interview, en valt af te leiden uit zijn verhalen zelf. ‘Doordringen tot de essentie’ (Stoffelsen 2006) lijkt voor Bakker de rode draad te vormen. Stilistisch gebeurt dat in het eenvoudige taalgebruik, de korte dialogen waarin meer verzwegen dan gezegd wordt. In de karakterisering van zijn personages psychologiseert hij niet. Hij houdt het bij een beschrijving van gebeurtenissen en dialogen, observaties waaruit echter al veel duidelijk wordt over de karakters en verlangens van de personages: ‘Ik heb een vreselijke hekel aan toevoegingen als “huichelde hij” of “glimlachte hij”. Nee, mensen zéggen gewoon dingen. En dan wil ik puur in die taal eruit laten komen wat ze eígenlijk tegen elkaar willen zeggen.’ (Arensman 2007)
Dit uitfilteren van overbodige elementen zien we niet alleen stilistisch, maar ook inhoudelijk: in de landelijke setting van zijn verhalen en de beknoptheid van zijn plot. Bakkers boeken spelen zich met opzet buiten de stad af, op het Noord-Hollandse platteland: ‘Een wereld waarin weinig ruis zit, waarin mensen
| |
| |
niet van de ene plek op de wereld naar de andere vliegen (ik kan me niet voorstellen dat ik ooit iets schrijf dat zich pak 'm beet in Los Angel es afspeelt), op een veel te hoge snelheid allerlei dingen overslaan; een wereld met meer sfeer dan verhaal, omdat verhalen naderhand pas vorm krijgen, terugkijkend; een ideale wereld.’ (weblog Bakker, 22 mei 2009) Dit leidt tot een lichte wereldvreemdheid (geen computers, stadsrumoer of mobiele telefoons), maar is thematisch effectief: de landelijke omgeving zorgt voor een sterke concentratie op de ontwikkeling van het drama en versterkt de isolatie en gelatenheid van de personages.
| |
Verwantschap
In diverse recensies wordt gespeculeerd over de plotselinge opkomst en populariteit van romans die zich afspelen in een landelijke omgeving. Boven is het stil wordt in één adem genoemd met Joe Speedboot van Tommy Wieringa en Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. Vanwege de negatieve connotaties die aan die term kleven wordt niet gesproken van ‘streekroman’, maar wordt de term ‘plattelandsroman’ in het leven geroepen. De populariteit van deze ‘plattelandsromans’ en een tv-serie als Boer zoekt vrouw bij het grote publiek roept bij critici als Steinz en Scholten de vraag op waar dit ‘verlangen naar het landelijke’ vandaan komt. Nostalgie naar het Nederland van vroeger, toen alles nog simpel en overzichtelijk was, een vlucht uit het stadsrumoer of zelfs een zoektocht naar nationale identiteit worden als verklaring genoemd. Het gaat echter wat te ver om op basis van enkele romans met een landschappelijke setting te concluderen dat er een nieuw genre ‘plattelandsroman’ in opkomst is. De populariteit van Gerbrand Bakker lijkt niet zozeer te danken te zijn aan een vermeend opkomend genre, maar meer aan het feit dat de setting, net als het taalgebruik, een natuurlijk geheel vormt met de thematiek.
| |
Traditie
Dolf Verroen, Nannie Kuiper en Paul Biegel hebben Bakker naar eigen zeggen ‘besmet’ met het schrijven van (kinder)boeken. Lezers en critici zien grote verwantschap met het werk van Nescio, maar Bakker ontkent ooit een letter van hem gelezen te hebben (Blom 2007). J.J. Voskuils werk staat wél gelezen bij hem in de kast. Verwijzingen naar andere schrijvers zijn bij Gerbrand Bakker op de vingers van één hand te tellen. Bakker noemt op zijn weblog onder meer Raymond Carver, wiens minimalisti- | |
| |
sche stijl en onderwerpskeuze, personages aan de zelfkant van de samenleving, hem waarschijnlijk aangetrokken hebben, en de Amerikaanse schrijfster Carson McCullers, die geroemd werd om haar empathische beschrijvingen van eenzame en vreemde personages. Ook verwijst hij naar de relatief onbekende Britse/Amerikaanse schrijver Christopher Isherwood en de negentiende-eeuwse Brit Frederick Rolfe. Beiden waren homoseksueel en verwerkten subtiele beschrijvingen van de herenliefde in hun romans.
In een in memoriam voor de Amerikaanse schrijver John Updike (d.d. 28-1-2009) ordent Bakker zijn favorieten aan de hand van de ruimte die ze innemen in zijn boekenkast: ‘Ik heb 26,5 centimeter Updike in de boekenkast staan, die lengte wordt alleen overtroffen door Iris Murdoch, Gerard Reve, Christopher Isherwood, J.J. Voskuil en Stephen King, met de aantekening dat de Updike-centimeters nog aanzienlijk kunnen aangroeien [...].’ Inhoudelijk gaat hij echter niet op deze boeken in. Dit is wellicht te verklaren uit de afstandelijke houding die hij zich aanmeet ten opzichte van ‘het literaire wereldje’.
| |
Kritiek / Publieke belangstelling
Boven is het stil wordt algemeen beschouwd als een van de beste boeken van 2006. Het werd mede door de diverse nominaties en prijzen vele malen besproken in kranten en weekbladen en kreeg vrijwel zonder uitzondering positieve recensies. De jury van de Debutantenprijs 2006 loofde Bakkers evenwichtige verhaalopbouw: ‘Bakker ontwikkelt zijn verhaal traag en geduldig, in harmonie met de landelijke wereld waarin het zich afspeelt. Het andere ritme in dit prachtige boek is daarentegen kortaf en direct, in overeenstemming met het gedrag van Helmer. Ook de dialogen, sober en raak, en de beelden, schaars en sterk, passen bij het verhaal en zijn antiheld.’ Alle recensenten roemen het verzwijgende taalgebruik en de beschrijvingen van het typisch Noord-Hollandse landschap.
Boven is het stil werd al in de eerste maanden na verschijning tweemaal herdrukt en verkocht in 2007 meer dan 40.000 exemplaren. In november 2008 verscheen de zestiende druk en in september 2009 werd het boek als pocketeditie op de markt gebracht. Perenbomen bloeien wit werd zowel als jeugdboek (in 1999) als in de volwasseneneditie uit 2007 overwegend positief
| |
| |
besproken, al waren er ook enkele negatieve geluiden te horen over het al te expliciete en kinderlijke van Bakkers schrijfstijl. Het boek werd driemaal herdrukt (waarvan eenmaal als groteletterboek), het wordt echter niet gezien als een volwaardige opvolger van Boven is het stil, maar als een jeugdboek dat om commerciële redenen vanwege het succes van Bakkers debuut snel werd heruitgegeven. De verzameling columns en weblogs Ezel, schaap en tureluur is een gelegenheidsuitgave voor de Boekenweek 2009 en kreeg nauwelijks aandacht in de pers.
De verwachtingen voor Juni, dat gezien wordt als Bakkers ‘echte’ tweede roman, waren hooggespannen. Bij de publicatie in juni 2009 stelde dit boek de critici echter teleur. De recensies waren overwegend negatief: te veel personages, te veel losse elementen, te weinig verhaal en te weinig spanning. Lof is er wel opnieuw voor Bakkers sfeertekening van het platteland en zijn weergave van de nukkige kortaffe communicatie tussen de gezinsleden, maar de boerensetting is na Boven is het stil niet vernieuwend meer te noemen.
Bakker mag zich vanwege het succes van zijn debuut nog steeds verheugen in een grote publieke belangstelling. Ondanks het ironische commentaar op zijn weblog over dames die per se willen weten of Helmer nu homoseksueel is of niet en die niet geloven dat zijn verhalen niet autobiografisch zijn, reist hij frequent af naar dorpen en steden in den lande voor optredens op zowel kleine bijeenkomsten als grotere literaire festivals.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Charles Mungoshi, De pratende pompoen. Vertaald door Gerbrand Bakker. Geïllustreerd door Annemarie van Haeringen. Amsterdam 1994, Leopold, J. (vert.) |
Gerbrand Bakker, Het etymologisch woordenboek voor beginners of Hoe het mannetje mannequin werd... Amsterdam 1997, Piramide, J. (Opgenomen in Junior Etymologisch Woordenboek) |
Gerbrand Bakker, Het tweede etymologisch woordenboek voor beginners of Hoe het karretje carrière maakte... Amsterdam 1998, Piramide, J. (Opgenomen in Junior Etymologisch Woordenboek) |
Gerbrand Bakker, Perenbomen bloeien wit. Amsterdam 1999, Piramide, J. (3e, herziene druk [= 2e druk als volwasseneneditie]: Amsterdam 2007, Cossee; herziene druk: Den Haag 2007, Stichting Uitgeverij XL, XL 1374) |
Gerbrand Bakker, Wab. Woordenboek voor aankomende brugklassers. Ill. Bas Mazur. Rotterdam 2000, ILCO-productions, J/VB. (7e, herziene druk: Rotterdam 2006, Guijs) |
Caroline Lawrence, Flavia en de dieven van Ostia. Vertaald door Gerbrand Bakker. Amsterdam 2001, Piramide, J. (vert.) |
Caroline Lawrence, Moordaanslag in Rome. Vertaald door Gerbrand Bakker. Baarn 2003, De Fontein, Klassieke mysteries, J. (vert.) |
Gerbrand Bakker, Boven is het stil. Amsterdam 2006, Cossee, R. (Ongewijzigde herdruk: Den Haag 2007, Stichting Uitgeverij XL, XL 1373; 16e druk: Amsterdam 2008, Cossee) |
Gerbrand Bakker, Junior Etymologisch Woordenboek. 2e, geheel bewerkte en vermeerderde druk. Rotterdam 2006, Guijs, J. |
Joshua Mowll, Geheime Missie Jericho Rood. Vertaald door Gerbrand Bakker. Antwerpen 2006, Manteau, De gilde trilogie 1, J. (vert.) |
Joshua Mowll, Geheime Missie Orkaankunst. Vertaald door Gerbrand Bakker. Antwerpen 2007, Manteau, De gilde trilogie 2, J. (vert.) |
Gerbrand Bakker, ‘Bruiloft zonder bruidspaar’. In: Gerbrand Bakker (e.a.): Gaat u vooral met een goed boek naar bed, of in ieder geval met iemand die er een gelezen heeft. Acht verhalen over geluk en ongeluk. Amsterdam 2007, Cossee, V. (Opgenomen in Bruiloft zonder bruidspaar) |
Gerbrand Bakker, Bruiloft zonder bruidspaar. Naarden 2008, B for Books, Literaire juweeltjes, VB. |
Gerbrand Bakker, Ezel, schaap en tureluur. Dierendagboek. Amsterdam 2009, Cossee, CB. (keuze uit Bakkers weblog en zijn columns voor De Groene Amsterdammer) |
Gerbrand Bakker, www.gerbrandsdingetje.nl. (weblog) |
Gerbrand Bakker, Juni. Amsterdam 2009, Cossee, R. (ongewijzigde herdruk: Den Haag 2009, Stichting Uitgeverij XL, XL 1605) |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Mick Salet, Recensie boek ‘Perenbloemen bloeien wit’ door Gerbrand Bakker. In: De Gelderlander, 19-11-1999. (over Perenbloemen bloeien wit, de jeugdroman) |
Baukje Wytsma, De herinneringen van een tweeling. In: Leeuwarder Courant, 28-1-2000. (over Perenbloemen bloeien wit, de jeugdroman) |
Marion Kok, Jongen Gerson zwemt dood tegemoet in mooi boek. In: Dagblad van het Noorden, 29-2-2000. (over Perenbloemen bloeien wit, de jeugdroman) |
Harm de Jonge, Een indiaan met een mobieltje. In: Dagblad van het Noorden, 15-9-2000. (over Perenbomen bloeien wit, de jeugdroman) |
Muriel Boll, Hondengedachten. In: BN/De Stem, 6-12-2002. (over Perenbomen bloeien wit, de jeugdroman) |
Job Janssens, Het natuurlijk evenwicht eindelijk hersteld, Gerbrand Bakker mijdt een samenleving vol straatrumoer. In: Noord-hollands Dagblad, 9-3-2006. (over Boven is het stil) |
Edith Koenders, Vader is naar boven gedaan. In: de Volkskrant, 24-3-2006. (over Boven is het stil) |
Job van Schaik, De onderhuidse spanning van het alledaagse. In: Dagblad van het Noorden, 31-3-2006. (over Boven is het stil) |
Lies Schut, Ode aan Hollands landschap. In: De Telegraaf, 7-4-2006. (over Boven is het stil) |
Maarten Moll, Hier is een schrijver opgestaan. In: Het Parool, 13-4-2006. (over Boven is het stil) |
Marjoleine de Vos, Wat is een Nederlander voor een ding. In: NRC Handelsblad, 1-5-2006. (over Boven is het stil) |
Kees 't Hart, Tederheid en verzet; Gerbrand Bakker, ‘Boven is het stil’. In: De Groene Amsterdammer, 5-5-2006. (over Boven is het stil) |
Verslag van de jury, Debutantenprijs 2006. Nominaties. Op: www.deletterenspreken.nl. |
Elma Drayer, Kaïn en Abel in Waterland. Helmer moet zijn studie afbreken en helpen met de koeien. In: Trouw, 17-6-2006. (over Boven is het stil) |
Pieter Steinz, ‘Het is zo'n gemodder, leven’; Gerbrand Bakker ‘debuteert’ met een verstild Hollands minidrama. In: NRC Handelsblad, 28-7-2006. (over Boven is het stil) |
Arjen Fortuin, De laatbloeierslawine, De nieuwe literaire debutanten staan al midden in het leven. In: NRC Handelsblad, 3-11-2006. (over de nominaties voor de Anton Wachterprijs 2006) |
Maarten Moll, Bladharken en schrijven, ‘Dat is het beste: niet te veel opzettelijk doen’. In: Het Parool, 2-12-2006. (interview) |
Mark Cloostermans, Tijdloos boerke. In: De Standaard, 14-12-2006. (over Boven is het stil) |
Jaap Goedegebuure, Boer zoekt wraak. In: Eindhovens Dagblad, 16-12-2006. (over Boven is het stil) |
Jeroen Vullings, Schrijver Gerbrand Bakker (1962). Portret Doorbrekers (4). In: Vrij Nederland, 23-12-2006. (interview) |
Elsbeth Etty, Verlaat toch die bollenstreek. De literaire trends van 2006 verraden een hang naar veiligheid versus verlies van vrijheid. In: NRC Handelsblad, 29-12-2006. (onder meer over Boven is het stil) |
Ron Rijghard, ‘Op het platteland... ...ben je meer mens’. Schrijver Gerbrand Bakker. In: NRC Handelsblad, 29-12-2006. (interview) |
Dirk-Jan Arensman, Gerbrand Bakker: ‘Het was een nogal heftig jaar, toch’. In: Bunker Hill, jrg. 9, nr. 36, januari 2007, pp. 6-10. (interview) |
Fleur Speet, Een complexe vader-zoonrelatie liefdevol ontleed. In: Het Financieele Dagblad, 10-2-2007. (over Boven is het stil) |
Jann Ruyters, Verlaten mannen in de polder. In: Trouw, 10-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
Hans Hoenjet, Het plattelandsproza van Gerbrand Bakker. In: HP/De Tijd, 16-3-2007. (interview) |
Edith Koenders, Van blind spelen tot blind zijn. In: de Volkskrant, 16-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
| |
| |
Sonja de Jong, Bakker bevestigt met ‘Perenbomen’ zijn talent. In: Haarlems Dagblad, 17-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
Jaap Goedegebuure, Gerbrand Bakker heeft weet van de grote drama's. In: Provinciaalse Zeeuwse Courant, 24-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
Jeroen Vullings, Even de wereld uitdoen. In: Vrij Nederland, 24-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
Cox Habbema, Hans Bouman, Alle Lansu, Wilbert Smulders, Erik Vlaminck, Juryrapport nominaties Libris 2007. Op: http://librisliteratuurprijs.zdn.nl/2007/bakker. |
Toef Jaeger, Herhalingen in het polderland. In: NRC Handelsblad, 30-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
Lies Schut, Stil verdriet mooi verwoord. In: De Telegraaf, 30-3-2007. (over Perenbomen bloeien wit) |
Jaap Goedegebuure, Helden of sukkels? Kroniek van het proza. In: Neerlandica extra muros, jrg. 45, nr. 2, mei 2007, pp. 68-72. (onder meer over Boven is het stil) |
Arjen Fortuin, De verpletterende werkelijkheid, Vaste ‘minderheden’ en andere buiten-literaire factoren bepalen shordist Libris Literatuurprijs. In: NRC Handelsblad, 4-5-2007. (over de nominaties voor de Libris Literatuur Prijs 2007) |
Onno Blom, Pom pom pom, af! Kunst. In: Trouw, 4-5-2007. (over de nominaties voor de Libris Literatuur Prijs 2007) |
Joep van Ruiten, ‘Maar waar kent u mij dan van?’ In: Dagblad van het Noorden, 15-7-2007. (interview) |
Eveline Vink, Boek en blog: kruisbestuiving? Op: www.recensieweb.nl, 19-7-2007. (interview) |
Bas Groes, Het ideale gewicht. Over Nederlandse debuutromans 2005-2006. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 135, nr. 1, februari 2008, pp. 147-164. (onder meer over Boven is het stil). |
Rob Schouten, Schrijver zoekt boer. Verlangen naar oer-Holland uit zich in nieuwe romans. In: Trouw, 16-2-2008. (over het genre streekroman) |
Arjen Fortuin, Zwijgen, zwoegen, slaan en sterven. De kleine hausse aan boerenromans in de Nederlandse literatuur zindert van de actualiteit. In: NRC Handelsblad, 18-4-2008. (over het genre streekroman) |
Gert van de Wege, Fabeltjes over medereizigers. In: Nederlands Dagblad, 6-3-2009. |
Arjen Fortuin, Een professional heeft geen medelijden. Aan de vooravond van de dierenboekenweek lijnt de Literaire Hondenmepper het losgebroken beestenspul aan. In: NRC Handelsblad, 6-3-2009. |
Jan Kuys, Leven in de polder is saai. In: Haarlems Dagblad, 3-6-2009. (over Juni) |
Karin Overmars, Al ontrafeld raadsel wordt opgelost. In: Het Parool, 3-6-2009. (over Juni) |
Janet Luis, Moeder steekt de kop in het stro. Meer en veel boerenleven in Gerbrand Bakkers tweede roman ‘Juni’. In: NRC Handelsblad, 5-6-2009. |
Karin Overmars, Boven blijft het stil. In: Leeuwarder Courant, 5-6-2009. (over Juni) |
Joep van Ruiten, Soms is zwijgen vanzelfsprekend. In: Dagblad van het Noorden, 5-6-2009. (over Juni) |
Lies Schut, Verstoorde familierelaties. Nieuwe roman Gerbrand Bakker. In: De Telegraaf, 5-6-2009. (over Juni) |
Daniëlle Serdijn, De oude Juliana ontdaan op Texel. In: de Volkskrant, 5-6-2009. |
Sonja de Jong, De plek waar je vandaan komt. In: BN/De Stem, 6-6-2009. (interview over Juni) |
Jann Ruyters, Het hoofd mag weer onder de koeien. In: Trouw, 6-6-2009. (over Juni) |
Jeroen Vullings, Lekker bord Bambix. In: Vrij Nederland, 13-6-2009. (over Juni) |
Diana Chin-A-Fat, Stug is een beetje saai. In: Algemeen Dagblad, 27-6-2009. (over Juni) |
Frank van Dijl, Lome zomerhitte. In: HP/De Tijd, 3-7-2009. (over Juni) |
115 Kritisch lit. lex.
november 2009
|
|