En daar zweefde hij al boven de Vier Gebroeders en langs de rivier. Ansoeja had al de schelp aan haar oor en zei:
‘Schelpje dat ik uit het water vis,
vertel mij wat dat voor een kroetoe is.’
Ze hoorde de stem van een Gonini, die als grootste vogel de vergadering opende.
Hij was woestkwaad op de mensen die alsmaar over mensenrechten praten, maar nooit denken aan de rechten van de andere levende wezens, bovendien hebben de dieren veel oudere rechten.
De vogels zijn al 165.000.000 (Honderdvijf - en-zestig miljoen) jaren op de wereld en de mensen pas 1.000.000 (een miljoen) jaren. Met luid gekwetter en geschreeuw en heftig klapperen van hun vleugels gaven de vogels hun instemming te kennen. Ruben kon heel goed zien, dat vooral de roofvogels erg vechtlustig waren. Hij was blij dat hij en Ansoeja niet echt op de Sipaliwini waren, want na de gonini kwamen nog andere vogels met ernstige klachten. Ansoeja had soms de grootste moeite om uit het verwarde geschreeuw wijs te worden. Tingifowroes klaagden dat zij altijd uitgescholden werden, terwijl zij als opruimers zoveel goed werk doen. Ze riepen dat zij geen aas en andere dode dieren zouden opruimen, dan zouden de mensen allemaal dood gaan aan besmettelijke ziekten.
GRIKIBI
De vogel die het best bekend is omdat hij de hele dag zijn eigen naam roept. Zijn bovenkant en vleugels zijn gewoonlijk bruin terwijl zijn bulk geel is. Behalve zijn eigen naam roept hij ook wel andere kreten. Het is een agressieve vogel en zijn stevige bek komt hem goed van pas.
Vaak achtervolgt hij veel grote vogels over flinke afstanden. Van grote warmte is hij niet bang, juist dan hoor je hem vaak. Kieskeurig is hij niet en hij eet van alles, van pepers tot vissen en lagadisja's. Zijn nest is rond en gemaakt van droog gras, met een opening van boven. Het zit tussen takjes geklemd, zo hoog dat je er niet gemakkelijk bij kunt komen. Als er jongen zijn en je komt in de buurt gaat de grikibi tot de aanval over. Na twee weken broeden komen de jongen uit het ei en zijn dan snel vliegklaar.
De kleine gadotjo, de djak en de roti stelden voor, een week lang niet te zingen voor de mensen. Met veel moeite kreeg de grikibi het woord. Hij vertelde van de nutteloze moord op de kolibri. Weer steeg geweldig geschreeuw en vleugelgeklapper op. Iedereen had wel familieleden verloren door jagers met geweren en netten, en door jongens met katapulten, ‘Wraak, wraak’ schreeuwde de reusachtige granman tingifowroe. ‘Wraak, wraak’, gilde de hele menigte. Het werd zo gevaarlijk, dat de vreedzame kami-kami's, dagoefowroes, blaforki's en sesegrikibi's verschrikt hun kopjes onder hun vleugels stopten. Ruben en Ansoeja werden ook bang en keken elkaar verschrikt aan. Ze hadden nooit gedacht dat de vogels zoveel te lijden hadden van de mensen. Toen ze weer durfden