Ansoeja hoestte drie keer om aan te geven dat ze het begrepen had. Ze hadden dat afgesproken om hun dubbele geheim goed te kunnen bewaren. Ruben hoefde niet lang onder de boom te wachten. Daar was Ansoeja al. ‘Kom mee, tien bomen verder. Maar loop voorzichtig zodat de dieren niet schrikken van ons’. Ze slopen er heen.
De vogelvergadering was weer in volle gang ‘Luister wat ze te vertellen hebben,’ zei Ruben.
Ansoeja keek naar de vogels, zette de schelp aan haar oor en zei:
‘Schelpje, dat ik uit het water vis,
zeg me wat er met die vogels is’.
Ze luisterde scherp naar het zachte stemmetje dat door de prachtige muziek klonk:
te wonen in het vuilnisvat,
Ansoeja luisterde verbaasd en hoorde zo de geheime plannen van de vogels.
Die gingen een grote vogelvergadering houden bij de Sipaliwini. De zwaluwen en de kolibri's, die heel snel kunnen vliegen, zouden alle vogels oproepen voor een grote kroetoe. Op deze vergadering zou de mens, wegens wanbeheer worden afgezet als koning van de schepping. De dieren zouden dan een nieuwe koning kiezen. Ruben wilde ook graag wat horen en Ansoeja liet hem luisteren. Net toen hij de schelp aan zijn oor had gezet en de mooie muziek hoorde, klonk er een afschuwelijke valse toon doorheen. Tegelijk zagen ze hoe de kolibri tegen de boom werd geslagen en toen dood op de grond viel. Een jongen met een katapult had op hem geschoten.
STONDOIFI
Van de duivenfamilie kennen wij in Suriname dertien soorten. Stondoifi is er een van. Zijn pakje is roodbruin, en op zijn grijze kopje heeft hij een blauw voor hoofd. Hij komt veel voor in stadstuinen. Een tweede soort stondoifi komt meer voor op de savanne en daar bij heeft het mannetje een gevlekte borst. De vrouwtjes zijn meestal minder bont gekleurd. Het zijn zaadeters. In paren of kleine groopjes zoeken zij op de grond of in lage struiken en gras hun eten. Vooral klaroenzaad is in trek. Ze schrikken gauw maar vliegen niet ver weg. Soms zitten ze een paar meter verder al weer te eten. De nesten worden ook op of vlakbij de grond gemaakt. In de droge tijd worden de eitjes gelegd en bebroed.
DAGOEKA-FOWROE
Zittend op een elektriciteitsdraad zingt hij het hoogste en mooiste lied. Zijn pakje is grijs met een lichtere onderkant. Zijn vleugeltjes hebben witte randen. Als hij zingt is het alsof hij met zijn staart, met witte puntjes op zij, de maat slaat. Hij eet insekten, wormen en spinnetjes. Hij woont graag op begraafplaatsen vandaar zijn antieke bijnaam:
GRAFRUST. Hij heeft een mooi familielid: de Swampoefowroe. Deze heeft een donkere rug en een oranjegele buik. Opvallend zijn de mooie oranje ogen. Langs de kant van het water kun je hem ontmoeten.
Ruben vloog op de jongen af en greep een tak om hem een flink pak slaag te geven. De