De vernieling
(1967)–Koos van Zomeren– Auteursrechtelijk beschermdKoos van Zomeren, De vernieling. De Arbeiderspers, Amsterdam 1967
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De vernieling van Koos van Zomeren uit 1967.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 6, 192, binnenkant achterplat) en pagina's met advertenties (189, 190, 191) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
Koos van Zomeren
DE VERNIELING
[pagina 1]
DE VERNIELING
[pagina 2]
grote abc nr. 89
[pagina 3]
KOOS VAN ZOMEREN
De vernieling
ABC-BOEKEN - AMSTERDAM
MCMLXVII
[pagina 4]
omslag: j. sanders.
Enkele feitelijke gegevens zijn ontleend aan Mr. Hans van Straten, Moordenaarswerk, Amsterdam 1964, aan de Encyclopaedia of Murder van Colin Wilson en Pat Pitman en aan het archief van Het Vrije Volk
Copyright 1967 by N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam
[ achterplat]
De wereld van het geweld ligt veel dichter bij ons dan we meestal beseffen. Dat wil Koos van Zomeren in zijn nieuwe roman - het schokkende verhaal over leven en ondergang van een moordenaar - onder woorden brengen.
Christiaan is als kind opgegroeid in een aan perverse invloeden onderhevig milieu: zijn vader is een sadist, zijn zuster Petra een nymfomane die Christiaan tot incest verleidt. Als de jongen zijn zuster in een driftbui doodt, besluiten de ouders de misdaad verborgen te houden voor de buitenwereld. Ze houden Christiaan buiten de normale samenleving, zodat hij opgroeit in isolement en eenzaamheid. Als zijn ouders gestorven zijn, wordt hij alléén bezitter van de reusachtige villa vol kamers, gangen en kelders, vanwaaruit hij de lugubere jacht op wie zijn slachtoffers moeten worden, begint. Het harde, koel noterende proza houdt de lezer van de eerste tot de laatste bladzijde geboeid in wat men een documentaire over de bronnen van het geweld zou kunnen noemen.
790/135 Nummer 89