‘Israël is niet zoals je denkt,’ herhaalde ze.
‘Hoe is het dan?’
‘Overal is de maan eender,’ stond jaren geleden op een spreuk die als ontmoediging voor onze avonturendrang in mijn schoollokaal hing. Gold dat voor Israël? Zeker niet.’
‘Israël,’ zei Yael, ‘is hakèsjet, een woord uit het Ivriet. ‘Regenboog’ betekent het. Zoals een regenboog samengesteld is uit allerlei kleuren die in elkaar vloeien, zó is Israël. En nu bedoel ik niet alleen een regenboog van mensen, vrijwillig samengekomen of noodgedwongen hier naartoe gedreven vanuit alle hoeken van de wereld: noem maar op: India, Duitsland, Koerdistan, de Balkanlanden, China, Marokko, Rusland, Amerika, Polen, Nederland, Egypte, Zuid-Afrika, Yemen, Engeland, Iran, ga maar door. Ik bedoel ook hakèsjet van landschap: beboste heuvels, brede duinen en stranden, bananenplantages, droge steppen waar vruchtbare wadi's doorheen lopen, moerassen die drooggelegd worden door drainage of met behulp van eucalyptusbomen die het vocht door diepgaande wortels uit de grond trekken. Dan in het zuiden de Negevwoestijn die tot de Rode Zee reikt. Verder hakèsjet van plaatsen waar al die uiteenlopende mensen wonen. Niet alleen zijn er moderne steden gebouwd waar bijna alle hotels air-conditioning bezitten. Er zijn ook grote en kleinere nederzettingen en onderling sterk verschillende kiboetsim. Daarmee ben je nog niet klaar. Weet jij wat het leven in een kivutza betekent? Wat zegt het woord mahaboroth je? Ken je het systeem van de moshav en de moshav shitufi? Israël is een regenboog van mensen, woonplaatsen, meningen, gebruiken, kledij, politieke overtuigingen, voedingsgewoonten en mogelijkheden tot ontspanning. Reis door de kleine staat Israël en je bereist de hele wereld.’
Een platte, iets uitgeholde steen leek me een geschikt hoofdkussen. Daar legde ik mijn hoofd op. Al half in slaap zag ik Mozes zijn volgelingen door de Rode Zee leiden. Tegelijk luisterde ik naar Yael. Ze vertelde een legende over de rivier de Jordaan die iets noordelijker in de Dode Zee uitstroomt.
‘Er is een tijd geweest,’ zei Yael, ‘dat de Jordaan er niet was. In