Hij droeg dat stof in een zeemleren zakje dat hij altijd onder zijn gordel borg. Ik stroopte tijdens het etensuur van de volwassenen de voor hem verboden hutten aan stuurboordzij af om hem te kunnen verrassen met een paar extra zwierige vlokken.
Op de stille uren zaten we onderin het schip, in een afgelegen gang naast elkaar op de grond, de ruggen tegen de trillende wand van de machinekamer.
Wassan haalde zijn zakje te voorschijn en langzaam, met een soepele beweging die bij de polsen begon, strooide hij vanuit een losjes gevormde vuist een donzige vogel, een krokodil op een modderbank of een aap met haar jong.
Nog lang nadat ik op Java was geland heb ik geloofd dat ik was terechtgekomen bij een volk dat wonderen kon verrichten zodra het dat wenste. Pas achteraf ben ik Wassan gaan zien als de persoonlijkheid die hij waarschijnlijk was: een eenling, alleen op een bepaald gebied representatief voor het volk waartoe hij hoorde maar wel doordrongen van de sfeer van zijn land.
Aan hem gaf ik mijn eerste gedicht. Het bestond maar uit een paar woorden die ik moeizaam met potlood op een vodje papier had gekrabbeld. Ernstig borg hij het op bij het zeemleren zakje. Hij liet het dichtgevouwen velletje ongeopend maar dat verwonderde mij niet. Ik was ervan overtuigd dat het voor Wassan niet nodig was iets eerst te lezen om het volledig te kunnen begrijpen.
Op het moment dat de haven van Priok in zicht kwam haalde hij het nog eenmaal te voorschijn, toonde het mij en stak het daarna zonder een glimlach weer in z'n gordel. Voor mij was het zijn verzekering dat hij me niet helemaal zou vergeten.
Op de drie reizen die ik daarna nog maakte van Indonesië naar Holland en terug, heb ik altijd uitgekeken naar Wassan zonder hem ooit weer te zien. Het donkere masker van zijn gezicht kwam mij in die tijd voor als dat van een oud en wijs man maar ik moet mijn ouders wel geloven als ze mij vertellen dat hij nog een jonge man was op die eerste reis, niet ouder dan een jaar of zestien.
Nu zou hij dan een man van middelbare leeftijd kunnen zijn. Zit hij, op stille uren, nog gehurkt aan boord van een schip, in een