| |
| |
| |
Annelies huisvrouw en verpleegster, 32 jaar
Jij bent vroeger, voor je trouwde, verpleegster geweest. Heb je in dat beroep ooit het gevoel gehad dat je als vrouw bij mannen achterstond?
Bedoel je in mijn privé-leven of als verpleegster?
Nee in mijn werk nooit want in die tijd, het is nu een beetje anders, hing het verpleegsterzijn een beetje tegen de medische beroepen aan en je had wel niet zozeer een status maar men had respect voor je. Omdat je hulp kon bieden dus en je had een zeker overwicht, als je dat niet van nature had, dan werd het je wel geleerd.
Wat is er nu een beetje anders in dat beroep?
Ik geloof dat de eisen een beetje veranderd zijn. Niet wat milieu of opleiding betreft maar men keek er wel naar in hoeverre ze ernstig, degelijk en betrouwbaar waren. En omdat er nu een groot tekort aan personeel is zien ze nu wat meer door de vingers wat betreft nagellak en hippe schoenen en opgemaakt zijn, dat kwam een paar jaar geleden nog niet voor, ik liep nog met zwarte kousen aan.
Heeft dat werk je wel altijd voldoening gegeven? Je hebt nooit het gevoel gehad: ik heb dit nu maar gekozen omdat ik nu eenmaal geen arts kon worden?
Nee, later heb ik wel vaak gedacht dat ik
| |
| |
graag arts had willen worden maar in het begin wilde ik dat helemaal niet omdat die dagelijkse omgang met de patiënten me zo bevredigde. Een verpleegster zit veel meer op het menselijke-contact-vlak terwijl een arts zijn patiënten maar af en toe even spreekt. Een verpleegster is erbij als ze sterven, ze is erbij als ze genezen en ontslagen worden. Ik ben zelf nogal vrij eenzaam opgevoed en voor mij was het fijn dat daar opeens mensen de hele dag om me heen waren die me nodig hadden. Eigenlijk ben ik ook nog nooit zo gelukkig geweest als toen ik verpleegster was.
Mis je het erg nu je getrouwd bent?
Ja heel erg. Er zijn natuurlijk allerlei totaal andere prettige dingen aan het huwelijk verbonden maar als je me zou vragen: kies nu eens wat je zou willen worden dan zou ik weer verpleegster willen zijn maar dan wel in de sfeer van vroeger.
Maar die sfeer is niet terug te brengen neem ik aan?
Nee, maar ik kan hem wel zelf aanbrengen. Ik kan de mensen aandacht geven. Misschien omdat ik vroeger thuis altijd het gevoel heb gehad een nummer te zijn, wil ik nu proberen die mensen het gevoel te geven dat ze géén nummer zijn. Je hebt in die ziekenhuizen vaak zo'n infantiliseringsproces. Je bent als patiënt opeens ‘moedertje’, ‘vrouwtje’, ‘kindje’ maar ik wil ze graag zien tegen hun eigen achtergrond en als mensen. Ik kan me namelijk voorstellen hoe erg het is dat wanneer je naar zo'n ziekenhuis toegaat en je bent eenmaal de portier gepasseerd, je er als persoonlijkheid helemaal niet meer toe doet, dat vind ik moordend van een ziekenhuis. Ik zou dus onmiddellijk weer datzelfde beroep kiezen. Ik doe er ook nog wel aan, ik werk er nog wel in. Soms val ik in als er plotselinge tekorten zijn door ziekte.
| |
| |
De laatste tijd komen er ook steeds meer verplegers. Heb je het gevoel dat die even geschikt zijn voor dit verzorgende werk als vrouwen?
Ja, ik vind van wel. Misschien niet allebei helemaal op hetzelfde gebied maar ze kunnen elkaar zo schitterend aanvullen.
Wel moet je nooit vergeten dat het voor een vrouwelijke patiënte nooit prettig kan zijn door een man te worden geholpen in allerlei intieme zaken. Terwijl het omgekeerd wel kan omdat bij ons op die momenten het moederlijke overheerst en wij ongeacht de leeftijd door de manlijke patiënt ook als zodanig worden aangevoeld. Daarom heb ik toch wel bezwaren tegen dat erg opgedirkte en dat opgemaakte haar. Ik zou liever willen dat elke verpleegster zich kon manifesteren als de verzorgende, moederlijke figuur en zou proberen te vermijden dat er een geslachtelijke kant bij komt. Ik ben eens in een katholiek ziekenhuis geweest waar nonnen werkten en daar lag een vriend die gewoonlijk heel gevoelig is voor vrouwelijk schoon maar hij was in een vreselijke crisis, werkelijk doodziek en het was toen een enorme steun dat hij toen verzorgd werd door zo'n non. Daar had op dat moment geen man bij gemoeten, geen verpleger bedoel ik dus en ik kan me voorstellen dat degeen die hem verzorgde toen ook beter geen jong opgemaakt hippie kon zijn. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat mannen die zich nu niet zo bar ziek voelen best een man bij zich willen zien maar wordt het heel kwalijk dan is een vrouw daar toch beter op haar plaats. Daarom moet er in zo'n ziekenhuis van alles lopen: soms is een verpleger beter op z'n plaats, soms een moederlijke oudere vrouw, soms een frisse jonge zuster.
Heb je nu je getrouwd bent en kinderen hebt nog wel tijd om veel aan je beroep te doen?
| |
| |
Zoals ik al zei: ik val vaak in. Ik werk soms particulier bij een tijdelijke zieke maar ik kan me natuurlijk niet echt binden. Ik heb ook een tijdlang halve dagen gewerkt. Het is wel heel fijn dat dat nu kan, vroeger ging zo iets niet.
Doe je dat werk nu omdat je er graag wat bij wilt verdienen of omdat je behoefte hebt om weer op die manier bezig te zijn?
Nou dat loopt wel in elkaar over. Het is soms gewoon financieel nodig dat ik aan het werk ga maar voor mij is het zo zeer het nuttige met het aangename verenigd dat ik meestal dolblij ben als er weer eens dringend wat bijverdiend moet worden. En ik heb een man die dan niet zegt: god, moet je nou weer het huis uit en die ook geen schuldgevoel heeft omdat ik af en toe eens wat bij kan spijkeren.
Kun je je werk makkelijk combineren met de verzorging van je kinderen?
Jawel. Ik moet natuurlijk rekening houden met hun schooluren maar na schooltijd krijgen ze dan ook mijn volle aandacht en ze vinden het heel gewoon. Ze hebben ook geen andere norm natuurlijk. Als je nu altijd je moeder hebt zien zitten breien of zelfs bridgen, dan denk je dat dát gewoon is. Nu moet ik zeggen dat mijn werk dus in de verzorgende sector ligt en dat accepteren kinderen makkelijker dan wanneer ik morgen als journaliste naar Mexico ging.
Je hebt dus nu het een en ander gezegd over veranderingen in de verpleging en over het taboe dat de vrouw dwong thuis te zitten breien of bridgen. Is er nu een speciaal taboe dat jij graag opgeheven zou willen zien?
Ja, als je het tenminste een taboe zou kunnen noemen - er zijn nog zoveel moeders die vinden dat ze hun kinderen bepaalde dingen niet aan mogen
| |
| |
doen en, dat vind ik óók, a. wanneer die moeders niet in staat zijn hun kinderen te overtuigen van de noodzaak van bepaalde handelingen van die moeders en b. wanneer de kinderen nog te klein zijn om de noodzaak van die handelingen in te zien. En met dat laatste bedoel ik dat als de kinderen ouder worden, je als vrouw toch meer armslag moet kunnen nemen in de maatschappij, buiten het gezin om. Die kinderen moeten dat tegen die tijd toch kunnen verwerken. Je moet het kunnen doen zonder dat je je kinderen daarmee frustreert en dat doe je alleen als je zelf het gevoel hebt dat je iets doet dat niet hóórt. We vergeten altijd dat moeders ook mensen zijn. Dat klinkt heel gek, bespottelijk misschien maar waar is het toch. Moeders mogen nooit iets mankeren, die mogen nooit iets niet kunnen, die mogen nooit neurotisch zijn, die mogen niet angstig zijn, die mogen niet moe zijn, die moeten altijd als een onfeilbare machine blijven draaien. Let maar eens op hoe mensen over moeders praten. Alsof dat mensen zijn waarbij altijd alles gladjes verloopt. En of ze dan misschien nog seksuele strubbelingen met hun man hebben of duizelingen in het hoofd, of zich rot voelen of angstig zijn voor bepaalde dingen, dat telt dan allemaal niet, nee, wij vinden dat die kinderen recht hebben op een moeder die als een perfecte computer functioneert. En het is zo jammer dat zoveel vrouwen daarvan zelf ook uitgaan want daardoor worden heel wat vrouwen steeds rotter want die gaan een compromis zoeken, ze gaan liegen, ze gaan het op een akkoordje gooien, die worden pesterig en vervelend, die raken ontmoedigd.
Ze hebben een identiteit opgedrongen gekregen waar ze helemaal niet aan kunnen voldoen omdat ze zich helemaal niet zo sterk voelen. Ze hebben toch allemaal ook een eigen opvoeding gehad waarbij alles misschien
| |
| |
lang niet altijd even leuk is gegaan. Ze zeggen altijd: vaders hebben het zo zwaar met hun carrière en met de competitie en dat is ook zo. Maar moeders hebben het vaak zo verrekte moeilijk met zichzelf. Die kunnen vaak een heleboel dingen niet en toch moeten ze, van zichzelf, van elkaar, van die eeuwige norm.
Zie je nog taboes, moeilijkheden in familieverhoudingen?
Broers en zusters en zo, dat zijn allemaal van die griezelige loerders die allemaal kijken: hoe doet zij het nou. En dan hebben juist zij vaak die kritiek: zo zou een moeder moeten zijn. Ze beseffen niet eens dat ze gewoon over een mens héénlopen. Bijna iedereen ziet je als ‘die spendende Mutter’ en dat is helemaal niet zo, soms ben je ook gewoon wel eens zelf een klein meisje. Voor mezelf heb ik het zo opgelost: ik denk gewoon: ik heb gedaan wat ik kon en misschien kan de een wat minder dan de ander omdat die eenvoudig wat rotter toegerust is. En ik vind het fout om ervan uit te gaan dat jóúw leven niet geldt. Ik wil graag proberen alles zo goed mogelijk te doen voor iedereen maar dan ook voor mezelf. Ik vind dat ik best eens driftig mag zijn. De kinderen zijn toch ook wel eens driftig, nu dan weten ze dat moeder ook wel eens driftig kan zijn. Maar we stoppen altijd alles weg zoals we ook de dood wegstoppen voor kinderen.
Dat was vroeger niet zo omdat men toen nog flink aan sterfte deed, alles stierf altijd veel vlugger en veel jonger dan nu - dat is ook zo'n taboe waar ik een geweldige hekel aan heb. We kunnen voor onze kinderen ook niet meer sterfelijk zijn. Een gezin moest meer gezien worden als een team. Ik bedoel geen afgesproken taakverdeling maar als moeder nu toevallig tegen etenstijd eens afknapt dan moet zij net zogoed als een doodvermoeide vader even lekker in een stoel mogen
| |
| |
vallen met de krant. En als de kinderen thuiskomen en een van hen heeft duidelijk geen zin om in de pas te lopen, dan wil ik toch wel eens weten waardoor dat komt. Want op die scholen wordt ook heel wat afgeleden hoor. En man en vrouw moeten elkaar ook durven vragen: ‘is er wat?’ en de ander moet dan durven zeggen: ‘nou en of’.
Nu zit jouw man in de papierhandel en ik heb begrepen dat hij een erg drukke baan heeft. Is hij dan nog in staat als hij thuis komt een eventueel doodvermoeide vrouw en lastige kinderen op te vangen?
Ik vind die kreet: hij heeft een drukke baan, dat vind ik niks. Je kunt zeggen: hij heeft een druk bestaan. En dan zeg ik: ik ook. Dat is nu toevallig in ons huwelijk geen punt maar ik zie het zo vaak om me heen, dan krijg je dus een rolverdeling of de een het zwaarder heeft dan de ander en dat is nou precies waar ik niet in geloof. Ik vind het belangrijk dat de mensen nu eens ophouden met te denken dat een huisvrouw niets doet. Want ook al hangt ze eens een uur uit het raam te kletsen met een buurvrouw, je moet niet vergeten dat wij zo weinig mensen spreken en als we eens een keer telefoneren met een vriendin, dan zegt men: jullie doen maar, jullie hebben ook een makkelijk leven. Maar contact met anderen zie ik gewoon als een levensvoorwaarde.
Zelf heb ik altijd de behoefte om dingen heel intens te beleven. Ken jij dat gevoel ook?
Nou en of. En dat is ook een belangrijk punt. Mannen leven doorgaans door hun onderlinge competitie intenser dan huisvrouwen. Als vrouw heb ik het barensproces heel intens beleefd en in mijn beroep het sterven van mensen. Voor de rest leven wij vrouwen niet zo intens en ik kan me dan ook voorstellen dat oorlogen van de mannen uitgaan want hoe groot het
| |
| |
levensgevaar ook is, ze leven er wel intenser door.
En misschien voeren vrouwen onderling daarom zo vaak oorlogje, wie weet. Maar om terug te komen op het moederbeeld, dat zou jij dus graag veranderd willen zien?
Ja, ik vind dat we in de eerste plaats moeten beginnen met niet langer bewust of onbewust dingen van onze moeders te eisen en dat je, wanneer je zelf moeder bent, je kinderen meer moet loslaten. Je moet zowel tegen je moeder als tegen je kind kunnen zeggen: nu heb ik niets meer met je te maken omdat je me niet ligt, omdat er iets in je is dat me irriteert, omdat ik gewoon veel te veel aan mijn eigen leven bezig ben. Het hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Er zijn mensen die dolgelukkig zijn als ze hun ouders zien. Je hoeft het ook niet zo kras uit te drukken zoals ik het nu net stelde maar het moet wel gewoon worden dat je zo iets rustig kunt zeggen. Ik wil niet zeggen dat je ze in de steek moet laten als ze b.v. hulpbehoevend zijn en je kúnt helpen maar dat geldt voor ieder ander mens in je omgeving. Het gaat mij nu om de emotionele kant. En als een kind later tegen me zegt: luister nou eens goed moeder, je hebt niets wat mij met jou verbindt, ik vind je eerlijk gezegd zelfs lichtelijk vervelend, ik heb er nu eenmaal genoeg van, bel me niet elke keer op en bemoei je niet met mijn leven, laat me een beetje met rust, nou dan hoop ik dat ik daar niet zo erg veel verdriet van zal hebben. Maar al zal ik er verdriet van hebben, dan vind ik toch dat dat kind er recht op heeft dat tegen me te zeggen.
Voor de moeders die helemaal niet met deze ideeën zijn opgegroeid en die het zelfs als vanzelfsprekend beschouwen dat een kind hen toebehoort en als ze oud zijn voor een groot of klein deel voor hen moet zorgen, is dat toch wel erg hard lijkt me.
| |
| |
Ik ga nu niet uit van de moeders, ik ga uit van de kinderen.
Er schijnt bij de nvsh een cursus te zijn of geweest te zijn waar jonge mensen bij elkaar kwamen en waar dit probleem juist besproken werd en dat men daar tot de conclusie kwam dat men eventueel tegen zijn ouders zou moeten kunnen zeggen: wij hebben nu eenmaal niet veel meer gemeen en daarom kom ik ook bijna niet meer. Nu weet ik niet of de nvsh ook een cursus georganiseerd heeft voor ouderen om het ze makkelijker te maken zulke reacties te begrijpen en te verwerken want het lijkt me zinloos ter wille van de ene groep een andere groep die het net zo moeilijk heeft nodeloos te kwetsen. Maar misschien is zo'n voorlichtingscursus voor ouderen er al geweest en anders hoop ik dat ze er gauw aan zullen beginnen. Dat zal het ook voor de jongeren makkelijker maken. Het gaat hier dus weer om het doorbreken van een familietaboe en een sterk taboe ook denk ik want een van de tien geboden is: ‘eert uw vader en uw moeder’.
Je kunt ze ook wel geëerd hebben en het staat ook in de bijbel maar er staat niet bij hoe lang. En bovendien, je kunt ze best vanaf een afstand eren maar dat wil nog niet zeggen dat je je leven of een deel ervan met ze moet doorbrengen.
En als je als moeder van nu je kinderen alvast gaat bijbrengen dat ze altijd die keuze zullen hebben zonder dat ze daar enig schuldgevoel over hoeven te krijgen omdat het de doodgewoonste zaak van de wereld is en je bovendien genoeg persoonlijkheid bezit om niet meteen van verdriet weg te kwijnen als je een of meer van je kinderen nauwelijks of helemaal niet meer ziet, dan zijn we allemaal een stuk verder, dan is dat later voor jouw kinderen ook geen probleem meer als het ze met hun eigen kinderen overkomt. Denk nu maar
| |
| |
eens aan de ouder wordende Eskimo's. Die worden een eind ver de sneeuwvlakte in gesleed en in een hutje gezet, daar vragen ze zelf om want daar willen ze sterven, ze willen de zaak niet ophouden.
Zou jij nu zonder enig schuldgevoel tegen je ouders kunnen zeggen: ik kom niet meer en ik laat ook nooit meer iets van me horen?
Nou ja, ik heb geen ouders meer, maar ik denk dat ik het niet zonder schuldgevoelens had gekund. Maar ik heb het vroeger altijd erg leuk gehad, ik ben ze vroeg kwijt geraakt en ik heb dus nooit de behoefte gehad me zo definitief van ze terug te trekken. Maar om me heen zie ik op dat gebied zoveel rampzalige gevallen dat het me enorm bezighoudt. En dan: ik vind dat de moeders meer rechten moeten krijgen en zich niet altijd maar hoeven te bukken voor dat ene lieve kindje maar aan de andere kant moet het kind dan ook meer rechten krijgen. Als de moeders een eigen leven opbouwen moeten de kinderen niet belemmerd worden in de opbouw van hún leven. Als moeder moet je het natuurlijk niet met de Franse slag afdoen. Je moet gewoon proberen alles te geven wat er in je zit maar als dat dan niet gelukt blijkt te zijn moet je ook niet zeuren, dan weet je niet waar de fout zit, we zijn allemaal maar mensen.
Leven jouw schoonouders nog?
Mijn schoonvader heb ik nooit gekend, die is heel vroeg gestorven maar mijn schoonmoeder leeft nog.
Voor ouders en schoonouders is het toch vaak heel belangrijk contact te hebben met hun kleinkinderen en ook voor de kinderen, vooral voor de jongeren is het vaak fijn een oma of opa te hebben.
Als er kleinkinderen zijn, dan hoeft het contact tussen de generaties toch niet verbroken te wor-
| |
| |
den zolang er twee partijen nog plezier aan beleven? Dan kun je altijd zeggen: ik zelf heb er niet zo'n zin in maar ik breng Bobby morgen bij je. Ik geloof ook dat de verhouding tussen grootouders en kleinkinderen vaak veel prettiger en ontspannender kan zijn dan die tussen ouders en kinderen. Het moet alleen niet zo gedwongen worden van: nu is het Kerstmis en nu moeten we opa of oma vragen. Tenzij je het ervoor over hebt omdat je weet dat je kinderen dol zijn op Opa en Oma. Je moet alleen nooit denken: ze hebben nog zo weinig. Ze hebben alles al gehad en als dat niet zo is dan is dat jammer voor hen maar niet jouw fout die je met zware tegenzin moet proberen op te heffen. Om het nu maar af te ronden: er moesten minder verplichtingen zijn van kinderen tegenover hun ouders omdat die ouders destijds zoveel voor die kinderen hebben gedaan want dat was een natuurlijke zaak.
Weet je, je bent nog zo weinig getraind in dit leven om datgene te doen wat je werkelijk voelt en wilt want het grootste deel van wat je doet, doe je omdat anderen het doen. En omdat we anders het gevoel hebben dat anderen ons anders uitsluiten. We kunnen zo slecht eenzaam zijn.
Terwijl, in jezelf zit toch eigenlijk de hele bron van alle bestaan en als je elkaar dat aanbood dan zou iedereen veel rijker worden. Maar we bieden elkaar altijd de armoe aan die we hebben.
Vind je dat dit zowel voor mannen als voor vrouwen geldt?
Ja, ik geloof het wel maar ik blijf altijd vinden dat mannen het altijd moeilijker hebben omdat vrouwen zich naar mijn mening veel beter kunnen redden in de contactloosheid. Ik heb altijd het gevoel dat wij niet zo machteloos en hulpeloos staan wanneer we alleen zijn als een man. Wij vrouwen weten
| |
| |
ons te redden op de gebieden waar het leven nog primitief is.
Bij alles wat lichamelijk en aards is. Daarbij zijn vrouwen beter af. Ik spreek nu een beetje als verpleegster. Als mensen in een crisis komen, en nu bedoel ik speciaal als ze geen macht meer hebben over hun lichaam en ze geconfronteerd worden met het feit dat dat lichaam helemaal geen machine is, dan vind ik dat vrouwen daar een betere reactie op hebben.
Ben je in of door je beroep ook in aanraking gekomen met homofilie en heb je daar een bepaalde mening over?
Ja, in ziekenhuizen heb je natuurlijk heel wat lesbische verpleegsters en ik heb met die mensen ook erg veel gesprekken gevoerd. Ik ken ook vrij veel homoseksuele mensen. Wat me alleen zo teleurstelt is dat ze meestal denken dat ze zo geboren zijn en dat niemand eraan wil dat het een emotionele stoornis is, die verder niet laakbaar is. Niemand hoeft te denken: o jee, het is een stoornis en daar moet ik dus van af. Ik vind het alleen jammer dat ze er nooit toe komen om bij zichzelf eens na te gaan hoe dat nu zo is gekomen. Want als ze aannamen dat er ergens een klein verdriet achter zat, het is ze toch eenmaal op de een of andere manier aangedaan, dan zouden ze eerlijk kunnen zeggen: nou, zo is het dus gekomen en daar sta ik nu voor of nee: nu sta ik er achter want ik ben er gelukkig mee en nu wil ik dit dus ook.
Wat versta jij eigenlijk onder ‘ziekte’?
Ziekte vind ik het lichamelijk of geestelijk niet functioneren volgens de eigen aanleg. En nu vinden de homofielen dat het een aanleg is en ik zeg, nee, het is een verworvenheid, het is antwoord op een serie ervaringen, het is een antwoord op een kindersituatie.
| |
| |
Voor heterogenen geldt eigenlijk hetzelfde: als ze verlangens hebben waaraan ze niet kunnen beantwoorden, dan moet er toch ergens een storing zitten. Daar zijn ze dan zelden nieuwsgierig naar en dat verbaast mij nog al.
Heb je in je loopbaan als verpleegster nu kunnen constateren dat mannen inderdaad zoveel minder goed pijn kunnen verdragen dan vrouwen zoals men vaak zegt?
Ja, ik geloof dat zeker. Wij vrouwen staan dichter bij onze lichamen, we krijgen meestal ook meer te verdragen, afgezien van ziekten die allebei de seksen kunnen treffen.
Je hebt in ziekenhuizen veel sterfgevallen meegemaakt. Kun je nu zeggen dat voor de man of voor de vrouw de doodsstrijd makkelijker is?
Welnee, dat is individueel en hangt ook van het ziektegeval af. Ik geloof in grote verschillen tussen man en vrouw maar wat dat betreft zijn man en vrouw volkomen gelijk.
|
|