Voor de gelukkige vinder

[p. 36]

Dorp bij Florence

San Francesco
waar men barrevoets
zou willen gaan
over de grote stenen,
deze nederigste broeders
van de Heer
die gezegd heeft:
Ik ben de weg.
De huizen
in hun eenvoudige pij
staan vreedzaam
rond het plein geschaard
en horen de prediking aan
van de zon:
een grote droogte.
De wind
in een vlaag van vroomheid
steekt zijn neus
in een oude olijfboom
en prevelt met dunne lippen
de woorden van het brevier.