Voor de gelukkige vinder(1967)–Jaap Zijlstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Het Chinese paard Boven de boomgrens in het randgebied van de slaap, daar waar de eeuwige jachtvelden zijn van de droom en wij het gejaagde hert, daar zag ik op een goede nacht het Chinese paard uit de grot van Lascaux. Zwaarlijvig, spits van kop en poten, een donker woud van manen op de golvende heuvelrug. Het bewoog hemel en aarde, opgejaagd door de zweep van zijn staart, roffelend met de hoeven. Ik stond machteloos te kijk, aan de rotswand genageld. De jagers kwamen, de pees werd gespannen en als een pijl uit de boog stoof ik weg, het paard achterna, tot ik hijgend belandde in lager sferen en de droom van mij afschudde als sneeuw uit het hooggebergte. Maar het paard bleef bij mij tot op de dag van vandaag. Vorige Volgende