Voor de gelukkige vinder(1967)–Jaap Zijlstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Florence De woorden luisteren zo nauw dat ik nauwelijks durf beginnen aan een nieuw gedicht. Maar rond de fonteinen van Florence worden zij speelgenoten van het water, kleine cupido's die uitgelaten rijden op de rug van een schildpad en mij proberen te raken, goedmoedig en ik heb geen schild om het vuren te staken. Sint Joris wel, hij verheugt zich op het gevecht met de draak. En David speelt met de steen in zijn hand of hij hem wil laten dansen over het water, onbevangen als Perseus, die niet zwaar tilt aan de kop van Medusa. En de dichter, die vreemde vogel, hij zou wel op de wieken willen gaan, tot grote hoogte stijgen en voet aan de grond krijgen in een gedicht, geluksvogel die hij is. Vorige Volgende