gelegd, dat er bij u een zeker masochisme, een wellust in het lijden, is ingetreden en dit is een groot gevaar. Deze tijd duldt dit valsch-romantische, dit valsch-sentimenteel gedoe niet. Wie niet stevig op zijn voeten staat en de dingen ziet zooals ze zijn, zal ten gronde gaan. Ik kan den ondergang van mijn dochter niet lijdzaam aanzien. Mijn geheele wezen komt daar tegen in verzet. Ik weet wat u is geschied, maar zou het nog niet veel erger hebben gekund? Stel u voor, dat uw man zou gestorven zijn in een oorlog en dat gij den last zoudt hebben van kinderen, ware dit niet veel erger? Ik herhaal u nadrukkelijk: keer terug. In uw eigen belang.
Indien gij het nu nog niet beseft, bestaat de kans, dat gij er mij later een verwijt zult over maken, dat ik niet eerder, zoogezegd handelend, ben opgetreden.
Mijn zwakheid, die ik erken, bestaat hierin, dat ik te lang heb gemeend moeder den voorrang te moeten laten omdat, naar weer die oude levenswijsheid zegt, een kind allereerst de moeder behoort. Ik heb moeder laten doen in de overtuiging dat zij, geleid door vrouwenintuïtie, een einde zou stellen aan dien al te gekken toestand. Gek is inder-