Ik zit lusteloos, - volkomen passief in den stoel en neem het dagblad op. De letters schemelen me toe. Het hart weegt me zwaar, - ik ben loom. Ik beef van naamloozen angst, - weet niet waarvoor en waarom.
Tine ontkleedt zich.
Ik neem het dagblad weer op. Als ik opkijk staat Tine naakt in de kamer. Toevallig? Ze glimlacht: o, mysterie. Ze komt als achteloos op mij toe. Zij is een rozige wolk, vol ruischende muziek, welke op me aanschrijdt. Ik zie in éénen oogopslag het teere beven van haar ronde, vaste borstjes en de zachte, gespannen welving van haar buikje. Mijn oogen blijven hangen aan de fijne kurven van haar heupen en de kleine vastheid van haar dijen. Zij is een levende, bedwelmend geurende roos, welke op me toetreedt.
Ik kan me niet verzetten. Mijn hart slaat luidt, - mijn keel is droog.
Zoo is eens, maar dan volrijpere schoonheid, haar moeder op mij aangekomen, - lang, lang geleden.
- Dag vader, zegt ze, en vleit me op mijn schoot. Ik ben nu veertien jaar, mag ik van school wegblijven?
Ik hoor niet wat zij zegt.
Haar fluweelen blik jaagt ze in mijn bran-