De dichtwerken(1886)–W.J. van Zeggelen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Kinderleering. (Bij eene plaat van J. Bosboom.) Voor de jeugd dient veel gedaan, Dient ook veel vermeden; Kinderharten zijn als was - Harten om te kneden. Kindren zijn als wit papier In der oudren hoede; Bladen, waar ge op schrijven kunt, 't Kwaad zoowel als 't goede. Kindervorming - kinderleer, Teerste taak van 't leven: Wat ge veel weerhouden kunt - Wat ge veel kunt geven! Onderwijs - eens groeit gij op Tot verderf of voordeel, Kieme zijt ge van 't verstand, Kieme ook van 't vooroordeel. [pagina 215] [p. 215] Leiders, die het rijsje buigt, Heilig zij uw streven. Wat gij voor den Hemel kweekt Zal God wasdom geven. Zwaar is de eisch, maar rein de vreugd, Als ge 't ziet gedijen, Als uw hope wordt beschaamd Door een zoet verblijën. Leeraars, die de taak beseft, Door u ondernomen, Denkt aan 't Woord, dat heeft gezegd: ‘Laat ze tot mij komen!’ 1852. Vorige Volgende