De dichtwerken
(1886)–W.J. van Zeggelen– Auteursrecht onbekendPaulusGa naar voetnoot1).
Saulus van Tarsen, vervolger des Heeren,
Kleeft aan uw zwaard nog het martelaarsbloed?
Deed nog het kruis niet uw ijver verkeeren?...
Vreemd bleeft ge Hem, die het ooilam behoedt:
Zwakte is uw wreedheid en blindheid uw moed.
Dreiging en dood blaast gij uit voor uw schreden;
Waar ook verdrukking de bloedvaan ontplooit,
Één heeft den strijd voor het leven volstreden;
Vruchteloos waar ge zijn kudde verstrooit:
Saulus van Tarsen, het werk is voltooid.
't Bloed dat ge plengt, voedt het zaad des Messias'....
't Licht van Damaskus ontwapent uw macht;
U ten behoud zond de Heer ananias:
't Licht van het Woord straalt door nevel en nacht;
Groot is, o saulus, de taak die u wacht!
Dienaar, geroepen door 's Heeren genade,
Paulus, Apostel, bezield met den Geest;
't Kruis is uw schild, hoe de wereld u smade,
| |
[pagina 196]
| |
Boeien noch banden - geen lot dat gij vreest;
Christus - uw roem - is uw lichtstar geweest.
Planter vol liefde in den wijngaard des Heeren,
Moedig belijder voor richtstoel en troon,
Grondzuil der kerk, door geen wereld te keeren,
Stem, die ons predikt: geloof in den Zoon!
Steil zijn uw wegen - maar groot is uw loon.
1846.
|
|