De dichtwerken(1886)–W.J. van Zeggelen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Klein-Rentenieren. Iedren dag dezelfde vraag: Wat de dag zal geven; Morgen, gistren als vandaag - Lui en lekker leven. Na den half doorwaakten nacht, Langzaam boven water; 's Morgens eerst de kippenwacht, Tuinmansvreugd wat later. Dan eens kijken naar de lucht: Hoe 't met wind en weer staat; Dan naar 't weerglas in de vlucht: Of het kwik ook neer slaat. Dribblen à demi toilet Naar secrète plekjes; Vóór 't ontbijt wordt klaar gezet, De eerste twalef trekjes! Theelep bij een boterham, Maar 't eischt langer uren, Dan een reis van Amsterdam Naar den Haag zou duren. 't Handelsblad trouw uitgespeld, Evenzoo de ‘Oprechte;’ Op de vingers nageteld Wat de beurs beslechtte. [pagina 183] [p. 183] Over 't heil van 't land getwist Onder het barbieren; Al de nieuwtjes opgevischt Van de stadskwartieren. Overhemd en witte das Eerzaam uit de vouwen; Laars en hoed en overjas Zullen 't stel volbouwen. Lanterfanten door de buurt; 't Boelhuis na gaan pluizen; Onderweg eens rondgegluurd Wie er gaat verhuizen. Even naar de Societeit, Even een sigaartje Bij een glaasje matigheid; Soms een omberkaartje. Bij een vriend eens aangewipt, Om hem...op te houën; Voor 't stadhuis eens aangestipt Wie er 's Woendags trouwen. Voor het eten aan den haal, Of het aan zou branden: Wel kieskeurig op het maal, Maar met...lange tanden. Pruttlen op de keukenmaagd; Na 't dinee een dutje, Tot de theepot zingt en klaagt; Na de thee een Nutje. Of - zoo 't Nut dien avond zwicht, Mag de Schouwburg leven, Of - sluit die zijn deuren dicht, Dan maar thuis gebleven. Braaf! de dag is om; wat pret! Elf uur slaat het buiten - 't Uurwerk nu gelijk gezet, Nazien en gaan sluiten. [pagina 184] [p. 184] 't Boeltjen aan den kapstokknop; 't Nachtlicht aangestoken, En dan 't vaderliefjen op En in 't dons gedoken. Morgen weer dezelfde vraag: Wat de dag zal geven; Morgen, gistren, als vandaag - 't Eigen slakkenleven. ‘Kom,’ roept menigeen: ‘hij 's blind, Laat hem maar wat praten! Had de dichter ook braaf splint, Hij zou 't spotten laten. ‘Man, 'k belach jou hekelkuur, 'k Laat me niet belezen: Zijn die druiven jou te zuur?’ - Och, het kan wel wezen! 1854. Vorige Volgende