De mensen luisterden met genoegen naar de verhalen, die de President deed, want Paul Kruger kon prettig vertellen. Toch was het duidelijk te zien, dat velen niet tevreden waren.
Was hij daarvoor nu naar Lijdenburg gekomen, om te vertellen, wat voor moois er zoal in Europa te zien was? De meeste mensen hadden veel te veel zorgen aan het hoofd, om naar zulke verhalen te kunnen luisteren.
Opeens schreeuwde een Boer uit de menigte: ‘We hebben nu al genoeg gehoord over de wonderen van Europa; de President moet ons nu maar eens vertellen, hoe we betere prijzen kunnen maken voor onze gerst! Toen de Engelsen baas waren, kregen we zeven à negen gulden voor een zak en nu maar ongeveer één gulden!’
Kruger was door deze onbeleefde uitroep allerminst uit het veld geslagen.
‘Jij moet mij eens zeggen, hoeveel zak gerst jij per jaar oogst!’ zei hij.
‘Zo wat driehonderd!’ was het antwoord.
‘En hoeveel heb je daarvan voor je zelf nodig?’
‘Ongeveer honderdvijftig!’
‘Juist, dat is weer dezelfde geschiedenis, die ik overal aantref. Daar staat een man, die maar honderdvijftig zakken gerst nodig heeft en hij slooft zich uit, om er driehonderd te oogsten. Met zulke mensen kan ik geen geduld hebben!’
‘Bravo! Goed zo!’ werd er van verschillende kanten geroepen.
Op een andere plaats uitten verschillende burgers hun ontevredenheid over een of andere wet, die pas in werking was getreden.
‘Hoort eens,’ antwoordde de President, ‘jullie lopen maar te pruttelen, Oom Paul doet dit en Oom Paul doet dat, maar het is Oom Paul niet, die het doet. Jullie zijn het, jullie allemaal tezamen maken die wetten. Jullie zenden je vertegenwoordigers naar de Volksraad en die zeggen, wat jullie er van denkt, en dan maakt de Raad wetten en dus zijn jullie het zèlf, niet Oom Paul, die de wetten maakt.’
De nachten werden meestal doorgebracht op een boerderij, omdat er geen hotels waren. Als de President had uitgespannen bij een of andere hoeve, waar hij de nacht zou doorbrengen, zaten alle kamers en bijgebouwen vol mensen, die Paul Kruger wilden horen spreken, of die hem iets te vragen