Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
(1998)–Ambrosius Zeebout– Auteursrechtelijk beschermd(III, 6) [Op audiëntie bij de Sultan][N]aer dat de voorseyde de stede van Alkayeren eensdeels besien hadden, zo ghinghen zij weder anden grooten trusseman vanden souldaen, hem presenterende een juwelkin dat zij uut Venegen ghebracht hadden, ende biddende hem datte in dancke te willen nemene. Den zelven insghelijcx biddende hemlieden ghehulpich te willen zijne, dat zij den souldaen zouden moghen spreken, twelke de zelve trusseman hemlieden beloofde zoo te doene, segghende: ‘Houdt hu altijts bereet jeghens dat ic hulieden ontbieden sal’, hemlieden (165r) ooc presenterende, in recompensen van dat zij hem ghegheven hadden, een ampullekin met balsemen ende een groot deel van diere goeder triakele.Ga naar eind31 Ende naer dat de voorseyde twee daghen van hem ghesceeden waren, zo ontboot hijse metter haesten bij hem te commene omme hemlieden voort bijden souldaen te leedene; bij hem commen zijnde, informeerdese wat manieren ende serimonien dat zij houden moesten int commen bijden souldaen ende ooc int wech gaen. |
|