Triumphus Cupidinis. Encomium matrimonii. Nederlantsche poëmata(1628)–Joan Ysermans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Sonet. GHy Musen neerstich vlecht met u sneeu witte handen Voor een Neer-duyts Poët nieu Lauwer-cransen groen, Om 't hooft te cieren met, rasch Fama wilt u spoen Dat sijnen naem versprey door al de Neder-landen. En ghy dan die ghevoelt in viericheyt te branden, Door liefde tot de Const, die ghy door hem siet voen, Gheeft hem lof, prijs, en eer als een cloeck Campioen, VVant hy verbaest doet staen, soo veel selsaem verstanden. Lof cloeck Poët vermaert die ons doet weten stedts Dat Liefde hopen doet, en die den tack des vredts Ghetrouwelijck bemint, tot sijnen lofs vermeeren. Lof yser waer wt vloeyt, als wt een claer fonteyn De nutte Poësy, door Pallas wijsheyt reyn Leeft Ysermans, leeft langh op dat m'u const mach leeren. Wijckt niet vande Velde. Vorige Volgende