zal worden genomen, wat met zachtheid niet verkregen werd.
Maar daardoor zouden de verdrukten immers slechts hunne zuivere zaak troebel maken, en het geweld der nòg sterkeren zou des te zwaarder neerkomen op hunne hoofden.
En weer anderen komen aandragen met boeken als Een vergeten hoofdstuk en De noodkreet der kinderen, en in triomf wijst men naar de helden der vrijheidsbeweging, niets versmadend in hun strijd om bevrijding.
Maar onder hen, die hunne stemmen verheffen met luid geschreeuw, zijn velen, die niet weten de diepte en den samenhang der dingen, - die personen verantwoordelijk stellen voor de fouten van een stelsel, van een maatschappij, die vervloekingen slingeren naar wie hun plicht doen, en die wenschen te breken wat niet buigen wil.
Neen, zóó wordt niet gebouwd het koninkrijk van Gerechtigheid en wie bevrijding wenschen voor de lijdende menschheid zitten neer en weenen en voelen zich machteloos.
Wanneer zal ze komen, de groote bevrijding?
En de stem van den Christus antwoordt: ‘Zoodra gij menschen liefhebt uwen naasten als u zelven.’