Zie de afgetobde van dagen, de zwakken, de onherstelbare zieken en de gekwelden van meedoogenlooze pijn.... en toch zijn deze nog het meest God nabij, meer dan de harden, de onmeedoogenden en verdrukkers, die gevangenissen openen met hunne duistere handen....
Zie de geestelijk zieken, de misdadigers en krankzinnigen, zie kerkers en kroegen en huizen van ontucht, al het vuil dezer kranke maatschappij.... en dan hebt ge nog slechts een gering deel gezien van al den weedom; nog weet gij niet, hoevelen, die gij gelukkig waant, de handen heffen in radelooze vertwijfeling naar licht, naar ontkoming....
O, dan zult ge moe zijn en u afwenden van de groote aarde en hare eindelooze lijdensvelden, en weenen zult ge, zoekend den weg der verlossing voor die allen,.... tot eindelijk gij u zult oprichten uit dit werkeloos klagen, hoog als een reus van ontembare kracht om te verbrijzelen de muren van leugen en zelfzucht, gebouwd om arme menschenkinderen.... en ze dan te voeren naar de Liefde, naar de Vrijheid!
Dan is ons lijden geworden tot daad, dan is grootheid, dan is lijden heerlijkheid; - dan