Maar ditmaal wilde die Russische vrouw, welke voor diefstal gevangen was, mij maar niet uit het geheugen. Och, hoeveel moet men wel eerst geleden hebben om tot diefstal te komen, en hoeveel moet men in een gevangenis wel lijden om er krankzinnig te worden!
Die Russische vrouw, waarschijnlijk een uit haar eigen land verjaagde Israëliete, zonder geld of goed zwervende op vreemden grond, ze heeft honger gehad, zooals ieder mensch drie, vier maal daags honger heeft, want de natuur is voor de hulpbehoevenden in dat opzicht even onverbiddelijk als voor hen die in weelde baden. Ze heeft naar rust verlangd en kon geen nachtverblijf betalen. En ze was zoo moe, zoo ellendig, zoo eenzaam,.... 't kon haar nu ook niets meer schelen.... Als het knagend gevoel in haar maag maar weg was en als ze maar liggen kon, o, liggen en slapen, een langen, langen nacht.... (Niet waar, dat gevoel van overgroote lichamelijke moeheid kennen wij vrouwen allen wel.)
En toen kwam de verzoeking....
Zie, dat voorwerp in die winkeluitstalling, (misschien was het eetwaar!) lag onbeheerd, als