van vriendinnen?’
‘Mijn broer komt me nooit opzoeken. Soms zie ik zijn vrouw op de markt, maar dan is het altijd goeie dag, goeie weg.’
‘Verder?’
‘Enkele Hollandse vriendinnen.’
‘Ga je wel eens uit met ze? Ik bedoel een bioscoopje of dansen?’
‘Nou, genoeg hoor. Laatst ben ik met Nel naar Duitsland gegaan. Gewoon liftend. Heerlijk was het. En dan al die kerels die je lastig vallen. Vooral omdat ik donker ben. Neen, ik heb een reuze leuke tijd gehad in Duitsland en ik zou er dolgraag weer heen willen. Nel werd zo jaloers toen ze zag hoeveel aanbidders ik had, dat ze de jongens allemaal de mond snoerde wanneer ze mij complimentjes maakten.’
‘Is die Nel je beste vriendin?’
‘Ja, die is haast elke avond hier. Ze komt straks langs. Als je nog een poosje blijft zitten, ontmoet je haar beslist.’
Het was Max opgevallen dat Ellie hem met je had aangesproken. Hij juichte die vergissing toe. Misschien zou ze nu meer vertrouwen in hem krijgen. Arme meid. Hij dronk zijn glas bier rustig leeg en wachtte de komst van Nel af. Die liet niet lang op zich wachten. Reeds na een kwartier werd er gebeld. Ellie snelde naar de deur. Terwijl ze opendeed, keek ze glimlachend om naar Max. ‘Daar heb je haar!’ zei ze verheugd.
Nel stapte binnen en drukte een kus op de linkerwang van Ellie. ‘Dag!’ groette ze, terwijl ze naar Max keek.
‘Even voorstellen,’ zei Ellie, zonder haar ogen van Max af te wenden, ‘Max, dit is Nel, Nel dit is Max, een goede kennis van mij.’
Het blonde meisje keek belangstellend naar de Surinamer. Ze glimlachte even, kuchte enkele malen verlegen en ging toen de platencollectie van Ellie bewonderen.
‘Heb je een nieuwe gekocht?’ informeerde ze enthousiast.
‘Ach neen, die ken je toch? Otis Redding, weet je wel?’ antwoordde Ellie.
‘Die heb ik nog niet gehoord,’ hield Nel vol.
‘Nou, probeer hem even, terwijl ik koffie zet.’
Nel ontfermde zich vrij onhandig over de platenspeler, hoewel ze het niet kon laten een enkele keer stiekem naar de vreemdeling te kijken.
‘Zit je ook op de kappersschool?’ probeerde Max stuntelig.
‘Ikke? Neen, hoe komt U erbij?’