‘Jullie heten ook allemaal John, zeg. Is het dan zo'n populaire naam in Suriname?’
‘Even populair als jullie Jan of Piet, hé!’
‘Wat zal het zijn?’ onderbrak de serveerster het gesprek.
‘Voor mij koffie, wat drink jij John?’
‘Maak er maar twee koffie van en zet 'm op mijn rekening!’
‘Zo, Johnnie, dus jij hebt zin in een avontuurtje, hé? En als ik nu liet merken, dat ik meer wil dan alleen maar een avontuurtje? Je ziet er niet slecht uit. Mooie witte tanden. Weet je eigenlijk wel hoe mooi je tanden zijn? Ze komen ook fantastisch uit op je donkere huid.’
‘Waar woon je eigenlijk... eh.’
‘Christine, maar je mag mij Chris noemen. Dat doen ze trouwens allemaal, de mensen die mij kennen. Ik woon vlak hier, in de zijstraat.’
‘Woon je alleen?’
‘Nee jô, mijn oude moeder is er ook nog en mijn twee dochtertjes.’ ‘Heb je dan een man?’
‘Een man? Ik heb er drie versleten! Met de eerste was ik getrouwd.’
‘Geen reclame voor jou hè?’
‘Neen, niet bepaald, maar ik hield niet van die eerste en toen ik eenmaal gescheiden was, wilden de mannen mij als een speelbal gebruiken en dat nam ik ook weer niet hè. Daarom moet ik eerst een goed gesprek met jou voeren. Je begrijpt wel wat ik bedoel. Ik moet weten wat je met me van plan bent, want dat gaat niet zomaar bij mij. Ik ben geen speelbal.’
‘Wat bedoel je eigenlijk?’ vroeg Max schijnbaar onwetend.
‘Daar praten wij vanavond wel over. Laten wij onze koffie drinken en een boterhammetje eten want je hebt mijn eetlust opgewekt.’
Om twee uur zaten Max en zijn pasverworven vriendin nog in de café. Toen ze afscheid namen, was het al te laat voor Max om nog naar De Slegte te gaan. Onderweg bedacht hij een smoesje om zijn vrouw te vertellen waar hij zolang had uitgehangen.
Ondertussen wist hij zeker dat het niets zou worden tussen hem en de vrouw. Het was hem gelukt om met haar te lunchen, maar verder wilde hij het zeker niet laten komen. Goed, zij hadden afgesproken dat ze elkaar die avond bij haar thuis zouden ontmoeten, maar hij zou er natuurlijk niet naartoe gaan.