klaar stond om hem te begroeten, krulden zijn lippen zich tot een glimlach.
‘Wel allemachtig man, wat ben ik blij jou te zien. Hoe is het in Rotterdam? En heb je nog schrijven gehad van je mensen in Suriname? Fantastisch zeg.’
Terwijl de kopjes opnieuw werden gevuld, namen de rustige ogen van de dokter Rolf op met een uitdrukking waar niet aan te ontkomen was. ‘Weet je hospita dat je hier bent? Of vertel je haar niet al je zaken?’
‘Ja dokter, ze weet het wel. Ik zei haar nog, dat ze....’
Rolf stopte abrupt. Hij vond het maar beter om niet te vertellen dat hij Miep gezegd had, dat hij bij hun zou eten.
‘Zeg, heb je nog wat postzegels voor mij gespaard?’ vroeg de dokter met een knipoog naar zijn vrouw. Rolf dacht even na en knikte toen enigszins vertwijfeld van ‘ja’.
‘Dan krijg ik ze wel een volgende keer hé?’
‘Natuurlijk, dokter!’ verzekerde Rolf, maar hij dacht er anders over. De laatste tijd had hij grote belangstelling gekregen voor het eigene. Niet alleen oude boeken van Suriname maar ook de postzegelrubriek in de dagbladen interesseerden hem steeds meer. Neen, hij zou wel wijzer wezen. Natuurlijk was hij bereid enkele exemplaren aan de man te geven, vooral als hij al genoeg van dezelfde soort had, maar verder zou hij beslist niet gaan. Niet voor niets stonden er overal in het land winkels, waarvan de etalages ware mozaïken van postzegels vormden. Die winkels hadden hem de waarde leren kennen van zijn voorraad. En toen hij laatst een catalogus in handen kreeg, kwam hij op het idee een kleine ruilhandel te beginnen met mensen die ook zegels spaarden. Rolf moest onwillekeurig grinniken.
‘Tegenwoordig schijnt er een soort postzegelrage in je land te heersen hé? Ik sta gewoon versteld van al die nieuwe zegels die worden uitgegeven. Het schijnt toch aardig wat centjes in het laatje te brengen voor Suriname, is 't niet?’ zei de dokter na enige tijd.
‘Ach,’ antwoordde Rolf, we kunnen in deze moeilijke tijd die het land doormaakt geen nee zeggen als een mogelijkheid zich voordoet om aan geld te komen.’
‘Hoe staat het eigenlijk met de economische situatie in je land? Je hoort tegenwoordig zoveel over ontwikkelingshulp. De kranten maken gewag van misbruik door de leiders in de betrokken onderontwikkelde landen. Misbruik van de gulheid der landen die