De jongens keken om zich heen. Bij het spel van verkennen is observeren een van de belangrijkste bezigheden. André en Kees waren druk bezig te onderzoeken wie de meeste voorwerpen in de winkel kon onthouden. Ze noemden emmers, bekkens, ‘kokolampu's’, tandpasta, zeep, rolletjes pindakaas, zalm op azijn, zoutvleestonnen, petroleumblikken, pesisoorten enz. Toen volgde een wedstrijd in het onthouden van de prijzen, maar het spel werd verstoord door een oude man die Frits herkende en hem van dichtbij kwam bekijken.
De verkenner stond op, gaf de man een hand en bood hem van de contributiecentjes van de verkenners iets te drinken aan. De oude man was hem erg dankbaar. Hij bleek een goede prater te zijn ook. ‘Weet je nog, jongen’, sprak hij in het Sranan, daar het Nederlands niet zijn sterkste kant was, ‘weet je nog hoe je vader heeft moeten vechten om het stukje domeingrond te krijgen waar jij geboren bent? Hij zat eerst heel goed aan de overkant van de rivier, maar je ziet het, de kokers zijn gebroken en het land is ondergelopen. Sindsdien is iedereen daar weggetrokken, terwijl de overkant van deze rivier vroeger veel drukker bewoond was dan deze oever. Wat heeft je vader toen schoonschip moeten houden met al die honderden oude flessen die hij is komen aantreffen op het nieuwe perceel. Gelukkig hebben jullie die troep kunnen begraven. Het zijn allemaal hebies van de oude tijd. Wiesies en nogmaals wiesies.’
De jongens luisterden lusteloos, maar Frits spitste zijn oren. Inderdaad had die sekretaris erg moeilijk gedaan. Zijn vader had zelfs ruzie met de man gekregen. Hij moest zijn huisje weer afbreken en tenslotte had hij van de pastoor het land gekregen waar de ruine nu stond. Ondertussen had hij al enkele jaren in die weg gewoond en daar was Frits ook geboren. Hij wist van de oude flessen niet zo veel af. Wat hij wel wist, was dat ze begraven waren onder een Kateharboom die grote vruchten droeg. Daar was ook zijn navelstreng begraven, bij die oude flessen. Soms had hij zo'n fles boven de grond uit zien steken, maar veel aandacht had hij er nooit aan besteed.
De verkenner nam afscheid van de oude heer. Toen hij echter wilde afrekenen viel zijn blik op een tweetal mannen van