Historie van den heer Willem Leevend. Deel 7
(1785)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 206]
| |
Tederbeminde moeder!De Brieven, die ik in één paket te gelyk ontfing, overstelpen my dermaate, dat ik niet in staat ben, om bedaard genoeg te denken, hoe die best te beantwoorden...... Met traanen van berouw, van dankbaarheid, van de tederste kinderlyke liefde, keer ik alreeds in myne ontroerde verbeelding voor u; en smeek, aan uwen schoot geknield, vergeeving voor alles, waar door ik ongelukkig genoeg geweest ben, u te bedroeven, te ontrusten! Myne dierbaare Zuster, myn Stief-Vader, alle myne Vrienden, myn Broeder Ryzig, allen, allen wensch ik te zien, en is 't mooglyk nog eens te overtuigen, dat ik meer ongelukkig dan schuldig ben. - Brieven van die alle! Waarde Moeder! hoe zal uw gevoelige Jongen, uw Willem, die beantwoorden! wat zal ik schryven? Ik ben verstomd door erkentenis. Gelooft gy het wel, Mama - uwe Vriendin, Mevrouw Helder, heeft zelf aan my geschreeven. Ja, waarlyk! Uwen en haaren Brief druk | |
[pagina 207]
| |
ik eerbiedig aan myne lippen..... Ik besproei die met vreugdetraanen. Welhaast zal ik by u allen zyn, en myne dwaasheden uitwisschen door een goed gedrag. Ik ben thans te ***, en zeer welvaarend. Tot byzonderheden kan ik nu niet komen; ik kan alleen zeggen, dat ik met vuurige geneegenheid ben
Uw liefhebbende Zoon en gehoorzaamste Dienaar,
w. leevend. |
|