Historie van den heer Willem Leevend. Deel 6
(1785)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 358]
| |
Tederbeminde vriendin!Nog eenige regels, voor ik my op reis begeef...... En wat kan ik u te zeggen hebben, na gy my de eere hebt aangedaan, om zulk een groot gedeelte van den avond met my door te brengen? Vraag het niet, Chrisje; ô myne lieve, vraag het niet. Ik heb beloofd, u nooit meer lastig te zyn. Ik zie dan, dat ik ongelukkig - schryf het niet, myne pen...... Kan ik dat zyn, en zo zeer de Vriend weezen van eene Juffrouw Helder? Ik heb Brieven aan het Kantoor gevonden, die mynen Vader doen besluiten, om my myne reis in plaats van, over - tot - nu over - en heel tot - te doen neemen. - Ik zal des niet spoedig, - zo spoedig te rug komen, als ik my gevleid had. Gy zult my immers niet weigeren, van tyd tot tyd een Brief te ontfangen, dien ik de vryheid zal neemen van u te schryven? Vaarwel, engelagtige Helder! | |
[pagina 359]
| |
Omhels uwe uitmuntende Moeder voor my; verzeeker nogmaal uw Vader van myne eerbiedige dankbaarheid; en is het u te vergen, denk, al was het maar zo lang, als gy noodig hebt om uw Orloge op te winden, alle daag aan uwen Vriend, uwen eigen
j. renting. |
|