Historie van den heer Willem Leevend. Deel 5

[p. 220]

Drie- en- dertigste brief.
Jonker Frans Baron Toe Valkenhof aan Pieter de Zwerver.

Jy klant!

Zult best doen, om maar spoedig weer t'huis te komen. Gy zult in de boerdery werk voor uwe leege handen vinden, en dan buiten gevaar zyn, om uw leven aan een galg te eindigen; - iets, dat my om uwe braave Ouders spyten zou. Het baldaadig leven van uw Heer, ziet gy, is rasch afgelopen, en het einde is juist niet van het grappigste. Kom als een vent maar te rug, gooi den lievryrok uit, en kruip hol over bol maar weer in uw boeren plunje. Op die voorwaarde zal uw Moeder u alle uwe guitenstukjes vergeeven, en de Priester u absolveeren, want hy zal betaald worden. Tryn is nog te krygen, zo gy wel oppast. Uw oude Vader heeft my gebeden, dat ik eens aan u wilde schryven, om dat hy het niet doen kan, en hy met uw schande niet gediend is. Vroome zielen! Uw jaar huur zult gy voluit krygen, maar hier moet gy zyn; en nog

[p. 221]

een present daar boven, als gy u wel houdt. Maar is dat zo niet van uwe verkiezing, loop dan voor den duivel, en

Vaarwel.

toe valkenhof.

Pas op, dat gy niet verronseld wordt.