Historie van den heer Willem Leevend. Deel 5
(1785)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 183]
| |
Waarde vriendin!Zeer heevige diepdoordringende aandoeningen stellen ons buiten staat, om het geen wy voelen door woorden te uiten. Dit leerde my de ondervinding, zedert het onverantwoordelyk gedrag van mynen Zoon my bekend is geworden. Uw oogmerk, in dus zagt over hem te schryven, zie ik duidelyk; ik ken uwe voorzigtigheid. Maar ik denk nu eindelyk geheel anders over hem. Hy zondigt tegen alle vermaaningen, tegen zyn licht - tegen zyn eigen hart aan, vliegt in duël, steekt zyne party overhoop....... Ach, Mevrouw Helder, myn Moederlyk hart laat my niet toe, op dien toon voorttegaan. Is hy myn Kind niet! Is hy niet in levens - gevaar? Kan zyn slegt gedrag wel eenen band verbreeken, dien de alles overwinnende natuur om ons gelegd heeft? Weet nooit, wat eene Moeder om en door haar | |
[pagina 184]
| |
Kind lydt! Lange stond ik hem voor..... Hoe gaarn vleit zich eene Moeder! Maar helaas! hy heeft slegte beginzels, en leeft in wanorde. Het Spel en de Wyn zullen hem wel dra volkomen bederven. En dat is die Zoon, daar myn hart zich op verhief; dien ik beminde als de appel myner oogen. Ik ben bedlegerig van ongeklaagd hartzeer, en diep ineetend verdriet. - Ik moet beschaamd zwygen. - Van Oldenburg is onredelyk: myne traanen verbitteren hem omtrent mynen Zoon, die ik hoop, dat hem nooit onder de oogen komen mag! Nu eerst heeft myn Schoonzoon kunnen besluiten, om het geval aan zyne Vrouw te zeggen. Zy is er zeer bedroefd over, maar haare droefheid is niet geheel zagtheid. Zy gebruikt groote vryheden omtrent mynen Man, en die is niet geschikt, om een voorbeeld van geduld te zyn. Willem heeft aan zyne Zuster geschreeven, zonder plaatsteekening. Ryzig heeft my dien Brief getoond. Hy is geheel boetvaardig, en zyne liefde voor my schynt oprecht en teder. Boetvaardig! Kan, durft hy nu wel anders schryven? Zou hy zo ontaard zyn, dat hy zyne Moeder niet beminde? Zyne verdiensten zyn des gering. Hoe wordt myne ziel geslin- | |
[pagina 185]
| |
gerd door gramschap en droefheid, door angst, door medelyden!....... Ik kan niet langer schryven...... Myne ziekte laat het my niet toe...... Bid voor
Uwe ongelukkige Vriendin,
c.v. oldenburg, gebooren burlet. |
|