Historie van den heer Willem Leevend. Deel 3
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 230]
| |
Dierbaarste vriendin!Zo ontfang ik uwen Brief. De koets zal zo opryden; ik heb Mama verzogt om nog een weinig te wagten. Nog twee woorden, voor ik vertrek. Uw Brief! - neen: hy bevalt my niet heel wel. Hoe kunt gy, daar gy my toch waarlyk lief hebt, zo geheel redelyk schryven? Daar het onzeker is, of wy elkander ooit weder zien? daar wy elkander zo noodig hebben, om gelukkig te zyn? daar ik in zeer moeilyke omstandigheden kan komen, en u myn geheel hart zal moeten uitstorten? Schryven? Ach, heb ik niet liever uw gezelschap, ook maar weinige uuren, dan een Brief van twintig pagina's. Dit heb ik immers meermaalen gezegd; en gy weet evenwel, dat een Brief van myne Veldenaar by my op den hoogsten prys geschat wordt. Ik verwonder my over u; maar zeker, maar waarlyk; - neen lieve, ik verkies u niet na te volgen. By u is dit bestendige vastheid van geest, by my zoude het zwakheid, veranderlykheid zyn; en verdiende ik u dan tot myne Vriendin te hebben? | |
[pagina 231]
| |
Vloei, vloei des onbelemmerd voort, ô gy reine stroom van onbevlekbaare Vrouwelyke vriendschap. Laat niets, niets u in uwen vaart hinderen. Zouden wy ons verstand afpynigen, om de allerbeste neigingen van onbedorven harten te beteugelen? Eene vriendschap, als de myne voor u is, verëdelt myne zedelyke natuur: konde ik u nog méér beminnen, nog méér eerbiedigen, aan mynen wil zoude het niet feilen! Zoude ik zulk eenen schoonen allernuttigsten tak van myne beste vergenoegingen afknotten? Laaten wy ons verstand gebruiken ter uitroeijng van onvriendelyke neigingen, van norsche hartstochten, van haatelyke driften: maar laat de vriendschap zo uitgebreid zyn, als onze zucht tot eeuwige gelukzaligheid. De myne voor u, ô myne uitmuntende Veldenaar, zal geene grenzen kennen!.... Ik voel, dat er eenige gloeijende traanen langs myne wangen rollen. Ik verheug my daar in! Ik ben overtuigd, dat ik uwe geneegenheid waardig ben; en dit vervult my met welgevallen in my zelf! Myne Mama groet u tederlyk, ook het geheele Huisgezin. Moet ik dan van u scheiden?.... En dat, nu ik zo hoog gestemd ben, en u, in dien toon, zo veel te zeggen heb?..... Ik moet!
c. helder.
P.S. Zend my Rentings Briefs en myn antwoord by geleegenheid. |
|