Historie van den heer Willem Leevend. Deel 3
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |
Waardste juffrouw Belcour!Onbeschryflyk teder is myne vriendschap voor onze lieve Lyderes. Naauwlyks kan ik van haar duuren. Angst, medelyden en zorgen, bewolken een gelaat, daar voormaals vreugd en vergenoegen op te leezen waren. Ik durf my niet te veel verbergen, uit vrees dat ik my te veel zoude doen zien. Myne Moeder ontfing my zeer vriendlyk, maar ik geloof, dat zy niet ten vollen over my voldaan is. Mooglyk is dit maar een vermoeden; evenwel dit vermoeden had ik nooit. Zy vroeg my naar mynen Vriend Jambres, en, zeer byzonder, naar Lotje. Myne Mama heeft iets in haare wyze van zeggen, haar zo eigen, dat die my nog meer dan haare woorden doet begrypen, wat zy eigenlyk zegt. Ik antwoordde, dat Juffrouw Roulin zeer onpasselyk was; en dat de Doctor vreesde, dat zy een beginzel van Teering had. Zy zag my door en door: ik wierd zeer rood..... Waarom? Ik weet het niet; en zedert heeft zy weinig met my gesprooken. Hoe weinig stemt myne ziel in met dien blyden | |
[pagina 138]
| |
toon, welke hier thans gehoord wordt! Myn Stiefvader is, op zyn wys, zelf vrolyk. Myne Zuster geeft daar eene reden van, die geheel van haar maakzel is, denk ik. Myne Mama ziet er uit, als de Zuster haarer Kinderen, en wordt door elk met onderscheiding behandeld. Myne Zuster, die ik u eenigzins heb leeren kennen uit haare Brieven aan my, is zo stout en tevens zo lief, dat Ryzig handen te kort zal hebben, om haar in order te houden; dit zegt hy zelf tegen haar. Nooit zag ik tusschen Bruigom en Bruid zo eene conversatie. Het is of zy zich haast, om alle haare fratzen uittespeelen, voor zy verpligt zal zyn van toon te veranderen. Het is of Ryzig al een halfdouzyn jaar met haar is getrouwd geweest. Elk zyn zin; maar als ik my verbeeld, dat eene Juffrouw Helder myne Bruid zy..... Zeker, ik zoude geen Ryzig zyn kunnen; maar eene Juffrouw Helder zou ook geene Juffrouw Leevend zyn. De oude Mevrouw Ryzig is eene groote, gezette, staatige Vrouw; zy heeft het geen gy, Fransjes, zo wel, un air sec, noemen. Zelden komt er een lachje op haar gelaat. Zy is extra beleefd, evenwel met zekere houding, en op zekeren afstand. Alles moet zo met plegtigheid verrigt worden; alles moet zo op het orloge afgaan. Men moet ten minsten buigen, als er geniest wordt; en over tafel drinkt zy nog, naar eene stipte orde, | |
[pagina 139]
| |
de gezondheden. Er mag by haar aan tafel zo min gesnooven, als op het dessert gerookt worden. Ik denk, want ik heb eens by haar gegeeten, dat zy haar tafel ordonneert naar een analisis; en het dessert was een meesterstuk van Symmetrie. Zy spreekt weinig; is niet zeer ingenoomen met jonge lieden. Ik geloof des, dat ik aan myn rond hair haare onderscheiding verpligt ben; dat is (zeide zy tegen myne Moeder, toen ik haar myn compliment maakte,) de eenigste Economische bol in dit heele gezelschap! Daatje hoorde dit, ongelukkig voor my, en kwelt my gruwlyk; ja dreigt de schaar in myne lokken te zetten, zo ik haar by Mama Ryzig den voet ligt. Myn aanstaande Broeder is nog wat meer dan een koopman. Hy heeft iets heels in zyn voorkomen; maar, als hy wil, durft men hem onder de oogen zien. Was myn hart vry, hoe zoude ik de algemeene vreugd tragten te vergrooten! Van avond is hier eene Dansparty; ik verwagt er niet veel van, want myner Zusters Vriendin is er niet, en met haar mis ik myn lieve speelnoodje. Ik ben geplaatst by eene Nigt van den Bruigom. Maar had ik lust, de Bruid zou er voor boeten. Ik heb aan onze Engel geschreeven, en reeds antwoord; zy schynt wat beter: mogt het zo zyn!
Uw Vriend,
w. leevend. |
|