Historie van den heer Willem Leevend. Deel 3
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 136]
| |
Myn beste vriend!Ik poog, in antwoord op uwen lieven Brief, eenige regels te schryven. Ontrust u niet; ik ben vooräl niet erger, mooglyk wat beter. Vermag ik iets op u, breng het uwe toe tot de algemeene blydschap van dat huis, daar gy u thans bevindt: de geleegenheid eischt zulks; dit zal my veel vergenoegen geeven. Overhaast u ook niet om te rug te komen; diverteer u eens recht: gy hebt ook wel wel eens eenige afleiding noodig. Ik gebruik de medicynen geregeld. Ik zie met smarte, hoe myn goede Roulin over myne ongesteldheid treurt. Ach, dat moet niet zyn! Waarom onderwerpen wy ons niet met blymoedigheid aan de bestieringen van Hem, die altoos ons heil poogt te bewerken? Hoe vertroost my die pligt! Ik ben altoos, myn lieve Leevend,
Uwe Vriendin,
l. roulin. |
|