Historie van den heer Willem Leevend. Deel 3
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 79]
| |
Myne waarde lieve vriendin!Ik verlang zo sterk om u te zien - u met myne eigen oogen te zien; om te weeten, hoe myne Vriendin zich bevindt, hoe de medicynen werken; hoe of uwe ademhaaling, uw eetlust, uw slaap, hoe uwe zielsgesteldheid thans zy, dat ik my haaste om te rug te komen. Binnen een dag of vier ben ik te Leiden. ô Mogt myn byzyn iets tot uwe herstelling toebrengen; mogten myne gesprekken u weder opbeuren! Nu ik zo veel digter by u ben, groeit myn verlangen, en myne doodlyke ongerustheid is minder. Ach, myne Lotje! zou de liefde alléén dán ons hart vatbaar maaken voor de zagtste, de edelste aandoeningen der menschlievendheid? De vriendschap, welke ik voor u koester, overtuigt my elk oogenblik, dat zy in tedere zorgvuldigheid der liefde niet wykt. ô Wat verlang ik, om u, myne heele lieve, zo eens weder myn geheel hart, zo als het is, met alle zyne goede en gebrekkelyke hoedanigheden, ten geleide, ter bestiering, ter - verbetering over te geeven? Hoe aangenaam zal voor ons de | |
[pagina 80]
| |
winter zyn, indien myne Vriendin maar herstelt! Welke bekoorlyke huisselyke tooneelen zullen ons de vriendschap, en een wel aangelegde lectuur verschaffen..... Ik kan haast niet schryven, zo verlang ik om u te zien. Denk nooit aan my, dan als aan
Uw besten getrouwsten Vriend,
w. leevend.
Duizend groeten aan myn waarden Vriend Roulin. |
|