Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |
Lieve Wim!Nu kunt gy twee vliegen met een klap slaan; 'k wil zeggen: beide myne Brieven in eens beantwoorden. Wat is er toch, (nu in ernst, immers, zo ernstig als ik kan,) van uw Geloof? Dat gegons en gemaal verveelt my magtig. Dominé is er ziek van geweest; (van uw geloof; het moet des geen gezond geloof zyn.) Zuster Collega heeft er over aan Mama (hoe vindt gy dat?) geschreeven, en ik heb den Epistel weeten te krygen; zy zegt, dat gy, ja hoe weet ik die malle naamen ook zo fiks, een Arriaan, neen, nu weet ik het, een Spinosist zyt geworden. Weet gy wat, Bolletje, ik zou die gekheid maar laaten; gy krygt er geen oortje pret door. Hou jy jou ouwe Geloof maar; daar weet je wat je aan hebt. Als wy gelooven, zo als Mama, dan zullen wy wél gelooven; want, dewyl zy eene verstandige en braave Vrouw is, zal haar geloof wel capitaal goed zyn. Als gy overkomt, geeft Mama u vryheid, om uwen Vriend meê te brengen, dit is mal genoeg; wat zullen wy aan zo | |
[pagina 84]
| |
een Izegrim hebben? Chrisje Helder zal met Kaptein Veldenaar gaan stryken; of heb ik u dat al verteld? Maar wat zegt gy van Coosje? ik weet niet, of Mama daar niet wat over in 't hoofd heeft. Of Pietje? maar die is een jaar of drie ouder; evenwel, 't was zo eene intime Vriendin van u, toen ik u het leven nog bitter maakte. Bedenk u hier eens over. ô Wat beloof ik my een dol, als gy hier zyt! Antwoord nu ten eersten, of gy hebt eene Zuster aan
a. leevend. |
|