Historie van den heer Willem Leevend. Deel 2
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
Charmante amie!Toen gy by Mevrouw, uwe Nigt, waart, pas encor pour pendre congé, wedde gy met my, dat ik incapable was om te schryven een Hollandsch Brief. Que dire, ma chere; ik heb nu de caprice om het contraire te toonen. Me voila donc! ik heb nog jamais een Hollandsch Brief geschreven. Point de Dame comme moi schryft ooit een Hollandsch Brief; maar wat aangaat, dat ik incapable daartoe ben, voilà le contraire de votre gedagten. Wat regretteeren wy uw charmant gezelschap! Het is un peu bizar, Mademoiselle Helder, dat gy, die zo brilleert in onze cercles, gout hebt voor een sejour zo champêtre. En, votre amie Coosje, hé oui, c' est une bonne fille, maar welk un Liaison voor u! je n'aime pas votre Coosje. Elle est bien fiére; men zegt echter, dat zy veel verstand heeft, en heel mooi schryft: myn compliment, s'il vous plait. Mon frere is over uw vertrek en desespoir. Waarlyk, hy bemint u; als hy de karten coupeert, zingt hy niet meer. Hy zit | |
[pagina 10]
| |
als een vieillard, en soupiert heel veel. Als ik naar den Haag retourneer, koom ik u in votre maison de campagne faire une visite. Nu ziet gy, dat ik la gagure win! Adieu, ma chere, je suis altoos
Uw Frindin,
freule v. r. |
|