Historie van den heer Willem Leevend. Deel 1
(1784)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij
[pagina 134]
| |
Myne heele lieve tante Chrisje!Daar ben ik nu weer t'huis, en ik ben zo bly, zo bly, dat ik myn lieve Maatje en Vader en allemaal weer heb; en ik hou zo veel van allemaal. Maar aan Vader heb ik toch dat mooije sceepjes scellingje gegeeft, en Vader lachte, en zei dat hy het voor Jetje zou verwaaren; en toen was ik zo bly, Tante! En Zusje Jaantje speelt nu alle daag met de groote Pop, als ik myn les leer by Broer Hendrik; maar, Tante, zy kan die Pop evel niet draagen. Maar Dirk heeft meer zin in het heele mooije Wagentje van Oom Pauwtje; en Keesje rydt nu met de Bokken er voor, en dan ryen wy den heelen tuin allemaal door; maar niet op de lieve Bloempjes, Tante. En dan komt Zusje Coosje met het kleinste Broertje, en die screeuwt dan zo, om ook in het mooije Wagentje te zitten, en dan roept hy meê, meê; en dan lachen wy zo, om dat hy zo screeuwt. Lieve Tante Chrisje, myn Zusje is zo bedroefd geweest onderweg, om dat zy u zo lief heeft, denk ik; maar ik heb u ook zo heel lief, en ik | |
[pagina 135]
| |
zit zo graag op uw schoot, en ik ben niemendal bedroefd, hoe is dat dan, Tante? Weet gy dat dan niet? Maar wat en al lekkers kwam er evel uit dien groenen trommel! Wy bedanken er allemaal voor, en het is dan maar heel lekker. Hoor eens, Tante, morgen houwen wy Kinder-Bezoek, en dan komen de Kinderen van den Scouwt ook, en die zullen wy dan alles laaten kyken, zeit Maatje, maar het mooije Prentenboek evel niet. Maatje bewaart dat; en als wy dan eens heel zoet zyn, dan zullen wy er altemets eens inkyken, en dan zal Broer Hendrik ons zo wel zeggen, wat het alles beduidt. Weetje, Tante, zo als Mevrouw deed, als ik aan haar scoot speelde. Maar Tante, wy zullen Bruidje speelen, en Keesje zal Dominé zyn, en ik zal trouwen met Pietje van den Scouwt. En ik wou, Tante, dat gy er ook by waart, en Broer Hendrik wou het ook, maar niet om te trouwen of zo; want het is maar uit spelens; weetje, Tante? maar ik hou zo veel van dien goeijen Oom, die zo heel zoet is, die my zo droeg, als ik een beetje moê was; en die zo met my ravotte, en zo veel moois voor my maakte, zo als paartjes en sceepjes, en zo. Maar ik hou van Oom Pauwtje ook heel wel. Ik heb al drie dagen aan den brief gescryft, om dat Tante het hebben wil: maar Broer Hendrik zal de screefjes er by zetten, want dat weet ik zo niet. Heb ik nu niet een heelen langen brief ge- | |
[pagina 136]
| |
maakt? Ik stuur u hier zo heel veel kusjes en streeltjes in myn brief, dat ik die niet kan tellen, want ik hou zo veel van u, lieve Tante. Ik droomde van nagt, dat ik by u stond, en dat gy my myn witte jurk aandeed, maar het was niemendal.
jetje veldenaar. |
|