Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken

B. (Aan Mr. M.C. van Hall.)

Mynheer en zeer geachte Vriend!

Gisteren beschreef ik u de ziekte van onze waardige, en nooit genoeg by de wereld bekende vriendin. Zy was dierbaar aan myn hart, en waardig in alle hare betrekkingen. Dit weinige zal genoeg zyn, u voor te bereiden tot de gevoelige en voor my zeer treffende tyding van de zalige verwisseling onzer voortreffelyke vriendin.¹ Na my in uwe vriendschap gerecommandeerd te hebben, noem ik my met de meeste agting

UEd. Dw. Dienaresse

J.L. Teerlink, wed. A. van Crimpen.

14 Nov. 1804.

1 Zij was 13 Nov. gestorven en 2 dagen later werd haar stoffelijk overschot in hetzelfde graf, waar dat van Betje Wolff rustte, bijgezet; maar in de 3^de klasse, kostende ƒ 6.-, doch voor Aagtje Deken het dubbel (ƒ 12.-) omdat zij ongehuwd gestorven was (62 jaar).