Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 400]
| |
CLXXXV. (Aagtje Deken aan de dochter der weduwe J. Dóll, Amsterdam.)Mejuffrouwe en Geachte Vriendinne!
Wy verheugen ons van harte in uwe beterschap en Heldinnen gezondheid, den Hemel maake dezelve bestendig! Wij neemen hartelyk deel in het lyden en de zwakheid uwes Broeders en wenschen Hem eene spoedige en gelukkige herstelling. Wij bedanken u voor het welmeenend mededeelen des geneesmiddels voor onze bitter en langduurig Lydende vriendin. Onze docter keurd het zeer goed. Myne vriendin is, over het geheel nog al het zelfde, gepasseerde Woensdag en Zondag waren elendige dagen van smarten, benaauwdheden en doodelyke droefgeestigheid voor myne vriendin en hart verscheurende voor de aanschouwers. Ik behoeve u die zo zeer met de zenuwkwaal bekend zyd, niet te zeggen welke vreemde, onderscheidene en treurige verschynsels deeze naare ziekte opleeverd. Thans is het weer reedelyk, schoon zy nog deeze Nagt veel aan kramppynen geleeden heeft, dan de geest is helderder en de etenslust meerder door het gebruik der onwaardeerbre Cina. Gaave God dat wy een rustig Najaar hadden en voor zwaare herfststormen bevreid bleeven! De twe deelen der MoedersGa naar voetnoot1 denken wy dat onzen vriend en Neef Ribbers, terug zal zenden daar dien vriend ze, zodra zy uitkwaamen, van ons present ontvangen heeft en Hy ze zeeker niet dubbel verkiezen zal en geene orders gaf. Iets voor den Almanach te leeveren, durf ik, hoe gewillig ook, niet belooven, daar ik het druk heb met de liederen voor de doopsgezinde kerk te Haarlem, en my zeer dikwyls door het zien lyden myner vriendin het hart te beangst is om iets te kunnen doen. Ziet gy nooit onzen vriend van Hall? 't is of deezen Man uit | |
[pagina 401]
| |
de waereld is. Zodra wy bericht ontvangen dat de boeken, door den Heer Ribbers ontvangen zyn, zullen wy de Rekening voldoen. Vaarwel lieve vriendin. Verlies van de winter niet aan uwe gezondheid, wat gy van den zomer gewonnen hebt. Myd u voor avondlugten. Wy hoopen ook dat uwe agtingswaardige Moeder zich niet te veel met uwen Broeder zal afslooven, Haare oogen ontzien en weinig by het kaersligt werken zal. Van tyd tot tyd wagten wy eens te hooren van uw aller toestand en tekene my, naar groete van myne vriendin en Huisgenooten Mejuffrouw en Geachte Vriendin
Uw Dw. Dienares en Vriendin
A. Deken. 's Hage, 9 Septbr. 1802.
P.S. Hoe maakt Mevrouw Noozeman het in Haare Huuwelyken en Moederlyken Staat? Verzoeke ons compliment, wanneer Gy Haar spreekt? |
|