Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 380]
| |
CLXXII. (Aagtje Deken aan de weduwe J. Dóll, Amsterdam.)Mejuffrouwe en geachte Vriendinne!
Eindelyk zyn wy, na een Reisje van negen weken, door Gods goedheid, wel in den Haag, in onze stille wooning, aangekoomen. Wy zyn na Vlissingen, Ossendrecht, Breda, Sas van Gent, en Antwerpen geweest, hebben, tusschenbeiden veel plaiziertoertjes met Reituig gemaakt, en zyn eindeling naar Maandag, in zwaare aanhoudende plasregens, na veertien uuren op eenen Dag onophoudelyk te hebben doorgereden, tot onze ruste wedergekeerd. Wat dunkt u vriendinne! dat gaat niet wel aan voor oude afgewerkte vrouwen? Wy waaren ook zeer afgemat schoon dat hossen en stooten zeer heilzaam voor myne verstoppingen was. Wy hebben echter onze goede waerdige vrienden en dus ook u en de uwen niet vergeeten, en zyn inzonderheid ten uiterste begeerig om te weten hoe uwe lieve zwakke dochter het heeft en of zy wat geprofiteerd heeft van het lang aanhoudende schoone weder en de geneezende Buitenlucht. O zyGa naar voetnoot1 moest met ons de schoone, groote, weldaadige Natuur en den overvloedigen Oogst in Braband en Vlaanderen gezien hebben, de Landen schitterende van Goudgeel koorn, het oog verblindende door zneeuwwitte Boekwyt landen, de voedende Rogge, de kleedende hennip, de versterkende Hob, onoverzienbaaren strooken en vier- | |
[pagina 381]
| |
kante Lands, met aardappelen, die wellust voor den Ryken, die troost voor den Armen, het heugden den Boeren niet zulk eenen overvloedigen Oogst gezien te hebben. In het overmaasche waaren de Boogaarden zo ruim vervuld met Appelen, dat de aan den weg hangende takken moesten ondersteund worden. Wy twyffelen niet of het geen wy voor uwen Alemanach voor het eerst volgende jaar gezonden hebben is, door u, wel ontvangen schoon ons daarvan geen bericht is toegezonden.Ga naar voetnoot1 Schryf ons eens, by gelegenheid hoe Gy het in uwe zwakke arbeidzaamen toestand hebt, hoe onze jonge vriendin zich bevind, hoe uwe andere kinderen vaaren. Gy zuld ons zeer verplichten indien Gy den ingeslootene zo spoedig mooglyk adres bezorgd. Geloof intusschen dat wy blyven UEd. Dw. Dinaressen en belangneemende vriendinne
E. Wolff en A. Deken. 's Haage, 9 Septbr. 1801.
Ik heb in commissie een geheel Exempl. van onze werken, ook die van my apart zo ook van myne vriendin, te bezorgen.Ga naar voetnoot2 Kunt gy myne Heeren die commissie uitvoeren & als die verzameling geschied is zenden aan den Burger Hendrik Ribbers te Sas van Gent.Ga naar voetnoot3 Ik sta in voor de prompte betaaling. Verzoek hier op antwoord.
Adres Mejuffrouw de weduwe Jan Doll Boekverkoopster te Amsteldam. |
|