Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 379]
| |
CLXXI. (Aagtje Deken aan Ds. S.Th. Huet en echtgenoote, Vlissingen.)Dierbaare Vriend en Vriendinne!
Het heeft ons dan eindeling, tegen alle verwachting, moogen gebeuren, Lieve Coosje, den Leidsman Haares Leevens, en Haare Lieve kinderen nog eens, aan deeze Zyden des Grafs, te omhelzen. Hartelyk dank voor alle de bewyze uwer edelmoedige vriendschap! dan, myne Vrienden, men heeft maar te wynig, voor het verstand en hart, in zulke gemengde gezelschappen, en men verkeerd, veelal, veel inniger en hartelyker, met elkander in gemeenzaame en vertrouwelyke Brieven, dan in byeenkoomsten. Men legd Maaltyden aan om te Lachgen maar schryfd Brieven om te genieten.Ga naar voetnoot1 Wy hebben zederd negen weken, by na niets gedaan dan reizen, rossen, eeten, drinken en slaapen. Zyn naar Ossendrecht, Breda, Sas van Gent, Lillo, en Antwerpen geweest, en zyn eindelyk den laatsten Augustus, na veertien uuren op slechte wegen, in stortregens op stootende wagens gereden te hebben, wel in ons klein vreedzaam woningkie gekoomen, en neemen de eerste gelegenheid waar, daar wy aan Mevrouw [Loie]zenGa naar voetnoot2 schryven, om u te betuigen, dat wy den christen Leeraar hoog[ag]ten, des zelfs Gezelinne teder, by na sentimenteel beminnen, veel van beiden spreeken, en Hun, met des zelfs lieve kindertjes, de zorge der hoogste Macht, Wysheid en Liefde aanbeveelen. Voorts verzoeken wy alle vrienden en bekenden te groeten, byzonder de kundige Dockter Baars en zyne schrandere verplichtende Huisvrouwe. Wy omhelzen u in den geest, en blyven, onveranderlyk Uwe oprechte vriendinnen
Betje WolffGa naar voetnoot3 en A. Deken.Ga naar voetnoot4 Haag, 4 Sept. 1801. |
|