Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCLXII. (Aan de weduwe J. Dóll, Amsterdam.)Mejuffrouw zeer geëerde Vriendin!
Niets had ik minder gewagt dan dat St Nicolaas my, door uwe tusschenkomst zo een fraai present doen zoude! Men zou zeggen: hoe weet the old Fellow zo myn smaak? Wel hadt hy my gevraagd hoe ik de kleur begeerde, ik zou die niet netter hebben kunnen beduiden. Magtig! wat zal ik mooi zyn van den zomer, men zal zeggen: dat wy er puur boven op koomen, maar als men St Nicolaas door zyne vrienden te vriend heeft, is dat wel te Doen: Nu ik ben er zo zeer meede in myn schik als ik waarlyk niets dergelyks wagtte. Zo dat ik maar zeggen wil, dat ik U hartelyk bedank & als | |
[pagina 362]
| |
men zegt: hede, & myn tyd, wat heb je daar een hondje van een Samaartje aan dan zal ik zeggen: ‘dat is een cadeau van Mejuffrouw de Wed. Doll;’ want men moet ieder de eere geeven die hem toekomt. De twee alem. [almanakken] by (hoe hiet nu ook de man?) ingeslooten ontfingen wy met erkentenis, ook de twee met het present. Willem by Lotjes grafGa naar voetnoot1 is verrukkelyk, maar de Ossian is schoon!Ga naar voetnoot2 ik kan er my niet aan verzaaden! wat is het jammer dat al myn geld & goed weg is, o ik hou zo van al wat fraai, kunstig, enz. is. Wy krygen (zo als ik u eens schreef) altoos 25 Expn maar indien gy evenals de vorige reis 18 zend ben ik tevreden. Wat legt myne vriendin eer in met [hare oorlogen des HeGa naar voetnoot3] eren, die zy voert! 't is ook een meesterstuk van redeneeren & styl! maar men kan van zulke bekwaamheden niets minder wagten. Wy neemen het hartelykst deel in den staat uwer dochter, onze lieve vriendin. Hou maar moed, dit is de halve geneezing. Ik ben zo geoccupeerd met vertaalen dat ik geen tyd heb om (met verlof) myn neus te snuiten. Wat zal men doen. 7 ƒ legt ze maar zonder dingen & de Taal Fouten gratis zonder dat men er een scheeven smoel om trekt. O er zyn allerlei bekwaamheden in de schryvende Waereld noodig. Er moeten zo wel menschen zyn die kunnen denken, een schoonen styl schryven, eigenaartig vertaalen, als lieden die d.t. dt. noch & nog en n den de weten te kratzen. Evenwel, ik hou miserabel veel van het laatste zoort, want ik kan er niet buiten, om dat men my van kindschbeen af die beuzelingen uit de hand nam. - Zoud gy zo goed gelieven te zyn om van de 18 Epl.Ga naar voetnoot4 een uit myn naam te geven aan myn Neef Kist,Ga naar voetnoot5 & een | |
[pagina 363]
| |
aan de groote de beminnenswaarde Wattier? Vraag haar eens om het vers dat ik voor haar maakte te lezen, myn hart sprak, 't moet fix zyn.Ga naar voetnoot1 En nu geef ik de zwaanenschacht, zeggen de hoogdraavende puik puik puik poëten, ik zeg als eene eenvoudige vrouw, myn pen, over aan de geliefde vriendin, die zal, wil ik spreeken, je wel wat anders vertellen. Ik teken my naar hartelyke Groete aan allen die gy de uwen noemt, met onbeschryfelyke haast maar oprechte genegenheid
Uwe Vriendin
[Betje Wolff.] In den Haag, 7 December 1800. |
|