Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCLXI. (Aagtje Deken aan de weduwe J. Dóll, Amsterdam.)Mejuffrouwe Geachte Vriendinne!
Met veel gevoel van erkentenis ontving ik het zo geheel onverwacht als aangenaam present des verwarmende Mofs die my maar wat heel goed kwam, daar ik oud en kouwelyk word. Ik hoop Hem tot uwe gedachtennis te dragen, want men gedenkt zo wel aan afweezende als afgestorvene vrienden. Dat wy van harte hoopen dat Mejuffrouw uwe waarde Dochter voort gaat tot eene volkoomene Herstelling behoefd, dunkt ons, u niet bericht te worden. De winter zo wel als de tyd over het geheel vliegd ook spoedig voorby, en dan moet de zwakke maar spoedig de lieve, balsemieke, genezende, versterkende Lentelucht met volle teugen inademen. Wy zyn reedelyk, uitgenoome dat ik zeer aan zinkinge in het hoofd en pyn in den mond sukkel, 't welk my het eeten zeer moejelyk maakt. Uit het geduurig gevraag aan ons Huis, en de menigvuldige Brieven die wy ontvangen of Henry dan nog al niet uitkoomd? zouden wy moeten besluiten dat dit werk maar heel goed afging en een buitengewoon debiet had. Wy wenschen het hartelyk ook om uwent wegen. Wy hebben het thans verbaazend druk zo met schryven als Huisselyke bezigheden die de winter, voor lieden die geen dienstbooden hebbenGa naar voetnoot1 om tegen te zeggen: Gaat, en doed dat!, | |
[pagina 361]
| |
althoos vermeenigvuldigen, wil men geen zotte savante slordevodden weezen en zich schuldig maaken aan die verwaarloozing zyner zaaken die zo wel gescheurde kleederen doed draagen als de Luiheid. Ik moet dus afbreeken na u en uw geheele Huisgezin van myne vriendin en my hartelyk gegroet te hebben. Zoo gy Mejuffrouw WatjeerGa naar voetnoot1 spreekt, maak Haar ons vriendelyk Compliment, en erinner Haar eens aan het beloofde profil van Haar, waar naar wy zeer verlangen. Met waare hoogagting teken ik my Mejuffrouwe
UEdw. Dienaresse en Vriendin
A. Deken.
's Hage, 3 Nov. 1800. |
|