Evenwel neem ik de pen op u, myn vriend, te vraagen of het waar is dat de my zo hartelyk toegenegenen Heer Brouerius van den Velden, weleer Not. te Hoorn & thans te Amsterdam woonagtig, overleden is, zo als ik te Warmond zynde hoorde verhaalen? Dit verlies zoude my zeer smarten, ik hielt zo heel, heel veel van dien goeden verstandigen man; & hy bewees my altoos zo veel dienst als hy konde! Ei lieve meld my dit eens, al was het met twee regels. Kist moet toch binnen een dag of 8 aan my schryven; deeze gaat onder zyn couvert, zo zal ik uw antwoord ook verwagten.
Ik zal u niet langer ophouden, alleen moet ik u nog melden dat myn braave my weldoende Neef van Crimpen drie weken lang zeer krank geweest doch nu wat beter is. Ik bedank u als voor my zelf voor al het werk dat gy hem verschaft. Als het by hem regent druppeld het altoos by ons. Na oprechte groete van ons beiden aan uwe waardige vrouw & familie teken ik my
Uwe oprechte Vriendin
Betje Wolff.
In de Haag, 15 Aug. 1800.