Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCLIX. (Aan Mr. H. Vollenhoven, Amsterdam.)Lieve Vriend!
Zoudt gy uit mynen naam dit voor moeders zeer geschikt Boekje aan uwe waardige vrouw willen geven? Ten bewyze myner hoogagting zende ik het haar. Nog ben ik blyde dat ik u & die lieve vrouw gezien heb. Ik ben opgetogen door den lof aan mynen vriend van HallGa naar voetnoot1 gegeven! o zyn hart is een brillant van het zuiverste water - zoude ik zeggen indien ik den figuurlyken styl beminde - | |
[pagina 359]
| |
nu zeg ik maar dat hy een aller braafst man, een veelbeloovend vernuft, & een ieverig vriend is. Zyn jongen is myn hartlap, al platje - echter zo verre op den weg Leerzaamheid!Ga naar voetnoot1 Adieu! ik zou weer aan de babbel raaken & daar naar te luisteren belet u de tyd. Aagtje & ik groeten u referentelicher ende Staetelyken & ik blyf uwe oude getrouwe Betje Wolff. 's Hage, 20 Aug. 1800.
Het inleggende is voor myn kostelyke zeun Willem die ik dikwyls in slaap gepraat heb. |
|