Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekendCLVI. (Aagtje Deken aan A. Loosjes Pz., Haarlem.)Ga naar voetnoot2Waardig Burger, Geachte Vriend!
Verdenk ons niet van ondankbaarheid, wy hebben met veel erkentenis de Narbouten van u ontvangen; onpaslykheid heeft | |
[pagina 355]
| |
eerst ons belet u te schryven, toen zyn wy, een geruimen tyd van Huis geweesd, eerst gelogeerd te Noordwyk by Dominé OverdorpGa naar voetnoot1 en toen op den Huizen Warmond by de verstandige eerbiedwaardige Mevrouw van Leiden. Onze ziel is te vatbaar voor de zagte aandoeningen der reine vriendschap dan dat de verniewing van dezelven haar niet gevoelig treffen zal, want Wy kunnen niet ontveinzen dat het ons eenigzins verwonderd heeft, dat gy ons, uw verblyf in den Haag hebbend,Ga naar voetnoot2 zo zelden bezogt, daar wy ons toch vleide eenen Vrient aan u te bezitten. Wy willen wel gelooven dat Gy veel druktens had, maar wie is meer gereet den tyd uit te koopen tot een hartelyk gesprek met Vrienden en Vriendinnen dan Hy wien Vriendschap behoeften voor zyn hart is? dan dit is voorby. Wy bedanken u oprecht en hartelyk voor uw present en wy zyn wel zeer verplicht aan de lieve Fransje Baane, die eenen ouden Vriend van ons, uit zyn sluimering heeft opgewekt. O onzen waerde Loosjes, had Gy gezien hoe veel deel wy in uw treurig Lot, als Vader, genoomen hadden, Gy had, beter gevoeld dan wy u zeggen kunnen hoe zeer wy verdienden, in u eenen Vriend te moogen erkennen. - Doch waarom raak ik deeze diep gewonde plaats van uw hart aan? waarom! ach! schreyen verlicht het hart, en wie hoord niet gaarne van eenen afgescheidene Geliefde spreeken. Uw zoon geniet die Vryheid en dat geluk, 't geen hier op aarde, misschien, niets meerder dan eenen schoonen droom is. Vaarwel, geachte Vriend, groet uwe Huisvrouwe van ons, en denk zomweile eens aan
Uwe oude oprechte Vriendinnen
E. Bekker wed. Wolff en A. Deken.
P.S. Waar zwerfd en doold en zwierd toch onze Fransje Baane? |
|