zeeën scheiden ons van den vriend onzer keusen, om ons in Kedar en Mezeg, in Kamschatka of.... in een zothuis te plaatsen, daar men van vreede spreekende met den oorlog bedrygd word, het gezond verstand niet eens de nieuwschierigheid opwekt en men, om geduld te worden, den verachtelyken rol van een Nar moet spelen... Dan, kunnen wy de vriendschap niet onderhouden en aankweeken door eene hartelyke Briefwisseling? Gezegend zy de schryfkunst! dat men den uitvinder der posten een eerenzuil oprichte; de vriendschap heeft geen minder verplichting aan hem dan de koopman. Maar helaas! naar weinig vluchtige jaaren loopen wy de brenger der goede Boodschappen te gemoet, en vinden in hem de Boode des doods. Dat wy ons troosten, myn vriend! de oneindige Goedheid wilde niet, dat onze reedelyke begeertens onze pynigsters zouden worden. Wy maakten hier slechts kennis, om aan de andere zyde van het graf vrienden te worden; ook met betrekking tot de vriendschap zullen wij in de eeuwigheid maayen! 't geen wy hier gezaaid hebben. ‘Wat is Aagt verbaazend ernstig!’ denkt gy mooglyk. Dan, hoe zou ik uw hart onteeren, indien ik dacht, dat gy, daar ik over de vriendschap schryf, iets anders dan ernst verwagten zou.
Ik ben thans ontslaagen van u te zeggen, dat uwen Brief ons ten hoogsten aangenaam was; alleen spyt het ons, dat gy zoveel moeite gehad hebt met den ingeslooten brief, en echter moeten wy u nogmaals met denzelven belasten. Myn heer Van den Velde is dezelfde, die gy gekend hebt en te Hoorn woonde. Hy is na de Landing der Engelschen in Amsteldam koomen woonen. Wy hebben hem, toen wy by Kist logeerde, aldaar gesprooken, en indien my myn geheugen niet bedriegd (zeggen de pedanten), heeft hy ons gezegd, dat hy gehuurd had op de Heerengragt by de Oude Spiegelstraat. Mooglyk is hy in Amsteldam als notaaris niet bekend. Juffrouw Dóll weet zyn woonplaatsch wel, maar wy willen nu niet gaarne aan haar verplichting hebben; niet uit kinderachtige ligtgeraaktheid, maar omdat wy ons niet aan een onvriendelyk antwoord waagen willen. Onze lieve Bethje zoude gaarne aan haar waarde Heintje schryven, maar heeft het te druk met vertaalen, niet om sitroenen of sinaasappelen, maar om eene beete Broods