Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 342]
| |
CLI. (Aan de weduwe J. Dóll, Amsterdam.)Mejuffrouw geliefde Vriendin!
Het bezoek van uw zoon was ons byzonder aangenaam & wel te meer omdat ik nu zeker weet dat de Heer v.d. Velden den bewusten bf. met de attestatie & quitancie voor de classis van Edam niet heeft ontfangen. Dit verbaast my te meer, wyl myn Nicht Kist ons tweën verzekerd heeft dat dien bf. wel bezorgd was. Enfin, ik zal thans secuurer neemen & den bf. & inlage hier insluiten met verzoek of Gy myne vriendin dien eens by v.d. Velden wil laaten bezorgen, met een eerste deel van Henry uit myn naam zullende ik u dat Exemplaar zenden by gelegenheid, want ik heb genoeg aan 18. Zie hier 10de & 11de boek van Henry: in weinige dagen volgt het laatste boek, & dan is dien breyberg dóór gegeeten. Ik hoop dat gy dees keer in consideratie zult neemen, dat ik om brood schryf, of liever - want schryven doe ik niet - vertaal; en dat ik zal verpligt zyn en blyven aan uwe attentie. Het Cadeau uit Rotterdam ontfangen bestondt in 15 driegulden, zy zyn reeds in stoelen veranderd: Zo gy de edelmoedige schenkster kent bedank haar dan uit onzen naam, en zeg haar, dat zy eene weldaad gedaan heeft die met de leevendigste erkentenis ontfangen is. Ons Legaat werd schrikkelyk vergroot:Ga naar voetnoot1 het bestaat in 6,000 ƒ over een jaar te betaalen. 't Is meer dan wy durfden verwagten, om dat er zo veele Legaaten gemaakt zyn, en zal ons ons leven helpen door zukkelen. Ik ben zeer zieklyk, koortsen, verkouwenheid enz. enz. hoe blyde zal ik zyn als ik ga rusten in de verblyfplaats der afgescheidene! ik ben het leeven zo taamelyk moede, & nu vooral, daar ik zorgen heb; dit vleit my maar in 't geheel niet. Wy groeten van harten | |
[pagina 343]
| |
onze lieve vriendin Cootje & onze twee jonge baazen uwe zoons, terwyl ik na veele dienstaanbiedingen my noem
Mejuffrouw geliefde Vriendin,
Uwe oprechte Vriendin
Elizabeth Bekker, wed. Wolff.
Hage, 3 may 1800. |
|