Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken

CXLIV. (Aan den heer J.W. Bingley, Amsterdam.)

De vertaalster dezes werks verzoekt den Burger J.W. Bingly¹ om hem het te mogen aanbieden ten teken haarer hoogagting voor zyn zedelyk karakter & der bewondering waarmede zy altoos zyne schoone Theatrale Talenten gevoelde. Indien hy haar onder het getal zyner ware vrienden gelieft aan te nemen, zy zal het zich tot

1 Ward Bingley, 1755-1818, te Rotterdam uit Engelsche ouders geboren, werd voor den koophandel bestemd, maar sloot zich bij het tooneelgezelschap van Corver aan, die zijn leermeester werd. In 1796 verliet hij het Amsterdamsch tooneel en richtte te Rotterdam het Zuid-Hollandsche op.

[p. 330]

eer & genoegen rekenen, & het zal haar in de gedagten versterken, dat de schoone kunsten maar ééne Familie uitmaken.

Elizabeth Bekker wed. A. Wolff.

's Hage, 27 Jan. 1800.