Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken
(1904)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrecht onbekend
[pagina 287]
| |
CXXVI. (Aagtje Deken aan den heer en mejuffr. van Nissen, Greeger, Amsterdam.)Lieve beste Vrienden!
Vergeet gy ons dan geheel en al? Schryft gylieden nooit meer? of zijd gy lieden reeds op reis naar ons toe? O, was dit waar? geen bericht op onze Testamenten. N.B. de leist naarziende van u aan ons gegeeven, betreffende hetgeen van ons onder uwe bewaering is, vonden wy er door u ook op aangeteekend: Een Testament van Mejuffrouw Wolff ecc. - dit moet gy dus hebben, lieve Chris. - Ook geen antwoord op onze vraag, wegens het ontvangen van geld, op twee Maanden, niets hooren wy van u. Wy hebben naar uw laatste schryven reeds twee Brieven gehad van onzen vriend van Cleef, waarin Hy ons meld van de verkooping onzer Boeken, alsook dat Hy aan u voor ons gegeeven heeft Twehonderd en vyftig guldens voor het laaste deel van BlankaertGa naar voetnoot1 en aan u geeven zal, voor ons, twehonderd en vyfenzeventig guldens voor onze wandelingen door Dombe. Wy verlangen ontzachlyk naar een Brief van u, en om te weeten hoe gy, uw lieve vrouwtje en Mietje vaerd; onze lieve Dut is de eenigste die ons wat vaderlands nieuws schryft waarnaar wy zeer begeerig zyn. Van Cleef heeft ons geschreeven, eenige exsemplaaren van onze Wandelingen te zenden; weet gy niet Chrisje, hoe wy die op de beste en minst kostbaere wyze ontvangen, zend ze ons bidden wy u in een kistje op de beste wyze, met wat thee zo dat het de vragt waardig is, want thee van zes gulden per pond wel netjes in een blik Bosje waar deftig een gedrukt papiertje op geplakt is, waarop Hollande staat, is niet te drinken en zou in Holland misschien thee van een daalder zyn. Wy leeven allen gezond, geacht, bemind en vroolyk, gaan 's Morgens ontbeiten by onze vrienden, dan de heerlykste wandelingen doen, dan schryven, dan eeten, dan wat rusten, dan weder goeteeren, dan op den een | |
[pagina 288]
| |
en andere hun buitengoed dansen, of naar de Commedie, want wy hebben hier thans een zeer goede troep commedianten, zeer fatsoendelyke lieden, en voor zes Hollandsche stuivers de beste plaats. Alle dagen wenschen wy u duizendmaal hier, dit zou een leeven zyn 't geen u zou aanstaan, regt geschikt voor uw vrouwtje, maar onkostbaar, ordentelyk en eenvoudig vermaak. Geheel Europa is in oproer, en Frankryk deeld er rykelyk in; hoe het gaan zal moet de tyd leeren. God verhoede eene binnenlandsche kryg! Schoon wy, gelukkig, zo diep in Frankryk, en in zulk een kleine stad woonen, dat wy niet veel van gewelt te duchten hebben. Wy kunnen hierover niet omstandiger schryven om de Brief niet te dik te maaken. Wy hebben een Brief van van CrimpenGa naar voetnoot1 ontvangen die ons meld dat op den twede paaschdag door de rustbewaarders zyn Glaazen zyn ingeslaagen en dat de Schout uit de Wyk benevens G. en A. van der Jagt hebben klop gehad, zoodat wy blyde zyn die plaats verlaaten te hebben. Nu lieve beste vrienden schryf toch eenmaal, schryf veel Vaderlands nieuws. Schryf ons dat gy welvaarend en gelukkig zyt. Schryf ons van leevende en dooden, van vrienden en bekenden, maar vooral schryf ons dat gy koomt zien hoe wy leeven, woonen en wandelen, dan dit zou eene schoone tyding voor ons zyn. De kleine Wolf word zo dik en vet dat gy haar haast niet kennen zoud, is vroolyk en gezond, maar heeft dikwyls tandpyn; Dutje moet koomen om een klein Spaansch vliegje agter het kleine oortje te leggen. Aagt wordt magerder, haar goed word allemaal te wyd, doch zy is er blyde om en leeft veel gezonder. In die jaaren waar in ik thans ben het Fransch te leeren spreeken is byna onmooglyk; echter kan ik my behelpen met het noodige te vorderen en kan een Fransche Roman voor my zelf | |
[pagina 289]
| |
leezen en genoegzaam verstaan, iets dat ik my nooit had durven belooven. Vaarwel allerbeste vrienden, groet uw Moeder, groet Jan Nissen en alle die het verdienen. Zyt van ons gegroet, omhelsd, gekust en vergeet nooit uw W., A, en ook R. althoos uwe waare vriendinnen.
[A. Deken.] |
|