Brieven van Betje Wolff en Aagtje Deken

[p. 286]

CXXV. (Aan den heer C. van Nissen en echtgenoote, Amsterdam.)

Myne beste Vrienden!

Waarom verlaat gy een land niet als ons voor ons helaas verlooren vaderland? Aagt zegt dikwyls ‘Wolffje wy hebben hier meer vreugd in een week dan ik in al myn leven had’. & welk eene vreugde! onkostelyk, ontbyten in 't groen, ieder brengt het zyne mede, dat is om het uit te gieren als al die fransche potjes & pannetjes voor den dag komen. Ik geloof dat wy hier een maison de campagne gevonden hebben, het zal denkelyk 10000 hollandsche guldens kosten. 't Geeft 3 perct. het plaisir niet gerekent dat er is in het te bewoonen, het landgoed waarvan ik u sprak is verkogt! helaas! had gy het voor 36000 gld. Eergisteren waaren wy in de comedie & om dat ons het wagten verveelde dansten wy alle contradansen in de zaal tot dat de gordyn wierd opgehaalt, 12 sous dollekoop - de beste plaats; ik durf niet schryven hoe de hollandsche dames gelieft zyn, 't zou flateri gelyken! ach ik werd dol dat gy niet hier zyt, & onze Brunet, denk eens aan, een officier is gekoozen om de derde staat te representeeren. Eeuwige Eer voor deezen man, als hy door de stad gaat is het volk om hem met de lof: zie daar de beste man uit Frankryk. God zegen hem, hy leeve lang! 't is een lang, groot, mager man die dol veel van Wolfje houd & alle daag plaagt om haar te trouwen (onder ons gezegt) pour moi....¹ blyft myn devis. Ach wat land is dat, bosschen, bergen, valeyen, wyn, vruchten enz. eeuwig, eeuwig

Uwe beste Vriendin

Wolffje.

3 Juli, Trévoux en Dombes.

P.S. Nog geen het minste bescheid van Neude, dus ook niets betaald dan de vragt van R. tot Lyon.

1 Hier is de tekst niet leesbaar.